20 Die riddere metter mouwen
Dit verhaal behoort tot de Britse romans. In de hoofdpersoon zijn twee uit de literatuur bekende figuren verenigd: een ridder die een aantal wonderbaarlijke heldenfeiten verricht ter ere van een jonkvrouw (Clarette in dit geval), en een vondeling die een speurtocht onderneemt naar zijn ouders. Een Franse bron is niet direct aan te wijzen, al is er wel overeenstemming met de Franse Richars li Biaus.
Het mnl. verhaal is opgenomen in de Lancelot-compilatie uit het begin van de 14e eeuw (zie tekst 4). Er heeft echter nog een mnl. versie van bestaan. De Kon. Bibl. te Brussel bezit enkele fragmenten (van ca. 1370) van een tweede versie die veel uitgebreider is geweest. Het lijkt waarschijnlijk dat de bewerker van de Lancelot-compilatie het verhaal tot ongeveer een derde van de oorspronkelijke lengte heeft teruggebracht.
C.W. de Kruyter heeft een facsimile-uitgave verzorgd van Die riddere metter mouwen (Leiden 1975) waarin zowel de betreffende bladen uit de compilatie als de Brusselse fragmenten zijn gereproduceerd. Hier volgt een gedeelte van de tekst uit de Lancelot-compilatie (diplomatisch naar het hs.). Afkortingen zijn opgelost, maar gecursiveerd.
Arthur is met zijn ridders naar de begrafenis van Tristan als er een schildknaap arriveert die ridder van Arthur wil worden. Als deze net binnen is, rijdt er een rode ridder voorbij die een jonkvrouw afranselt. Keye, die wegens ziekte achtergebleven is, geeft de koningin de raad de schildknaap snel tot ridder te slaan; dan kan die achter de rode ridder aan. Als Guinevere dit heeft gedaan, komt Clarette te voorschijn; zij vertelt de vreemdeling wat de plichten van een goed ridder zijn en geeft hem een mouw ten teken dat hij voor haar mag strijden. De ridder bedankt Clarette:
Ioncfrouwe god lone v ende tuwen wille
Sprac hi benic lude ende stille
Die coninginnen sprac doe saen
Clarette dit was wel gedaen
¶[regelnummer]
Dus voer die riddere wech ter vard
Ende keye sprac ter coninginnen ward
Vrouw min ors voerd hi daer henen
Nembermeer sidi den genen
Noch ic min ors. wats oec gesciet
10[regelnummer]
Hine volget den roden riddere niet
Al waerre .x. hi soutse verslaen
Wordi verbolgen. ic segt v saen
Kindine hine volgede hem niet
Maer clarette heeft wel bespiet
15[regelnummer]
Haer scoenheide te geuene enen man
Die vele bat derschen can
Dan vor enen riddere hem verweren
Die coninginne sprac her keye v tale