Kraspoekol, of de droevige gevolgen van eene te verre gaande strengheid, jegens de slaaven
(1780)–Willem van Hogendorp– Auteursrechtvrij
[pagina III]
| |
Voorbericht.Myn voorneemen is niet, door deeze zedekundige Vertelling, iemand in het denkbeeld te brengen, dat de slaaven, te Batavia, in het algemeen, kwaalyk behandeld worden. Diergelyke stelling zoude aan. loopen tegen de waarheid, en tegen het geen, in de beschryving van die Stad, in het eerste deel der Verhandelingen van haar Genootschap, is gezegd.Ga naar voetnoot(*) Ik herhaale derhalven, dat ik overtuigd ben van de betere behandeling der slaaven, in die aanzienlyke plaatze, dan in ééne éénige bezitting der andere Europeesche Volken. Maar dit laat niet na, dat er, hier en daar, onder lieden van den derden en vierden | |
[pagina IV]
| |
rang, eenigen gevonden worden, die te streng over hunne slaaven zyn, en het is voor die weinigen, dat ik dit stukje hebbe opgesteld. Men zy dan niet verwonderd, dat ik, met voordacht, allen zwier van styl, en den cieraad van verrassende gebeurtenissen, of ingewikkelde toevallen, waar mede deeze Vertelling hadt kunnen verrykt worden, zorgvuldig gemyd, en, alleenlyk, getracht heb, het gevaar van eene te wreede behandeling, op de klaarste, eenvouwigste, en natuurlykste wyze, voor te stellen. Myn doelwit is niet geweest, de ledigheid van zommige leezers, eenen korten stond, bezig te houden; maar de overblyfzelen van een kwaad, dat zoo veele onheilen na zich kan sleepen, ware het mogelyk, geheel en al, uit te roeien. |
|