Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven)(1650)–Johan Hofman– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Qu. E. Querelle, krackeel. Querelleren, krackeelen. Querelleux, krackeeligh, twistigh. Quereren, beklagen, klagen. Questeren, versoecken, opsoecken. Questie, geschil, vraaghstuck. Questioneren, ondervragen. Vorige Volgende