Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'
(ca. 1860-1870)–Heinrich Hoffmann–
[pagina 19]
| |
Kindren, weest toch braaf en goed;
Doet niet als die deugniet doet,
Die slechts op de midd'len denkt,
Hoe hij and'ren 't beste krenkt,
Volgt toch Hendriks voorbeeld niet,
't Plagen bragt hem in 't verdriet.
Die slechte knaap liep dag aan dag,
Ver van het ouderlijk gezag,
Gelijk een deugniet langs de straat,
En deed er niets dan kattenkwaad. -
Een oude fruitvrouw sliep eens in,
En Hein, die 't zag, kreeg 't in zijn zin
Om haar te plagen; en daar gleed
Door 't vrees'lijk schoppen dat hij deed,
Haar tafel om; en noot en peer
Viel toen in drek en modder neêr.
| |
[pagina 20]
| |
Het moedertje, dat fluks ontwaakt,
Bemerkt de schâ, die Hendrik maakt;
Zij schreeuwt en gilt, zij tiert en raast,
En dienders komen in der haast.
Die hebben aanstonds, zonder schroomen,
Den jongen met zich meê genomen.
| |
[pagina t.o. 20]
| |
![]() |
|