Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'
(ca. 1860-1870)–Heinrich Hoffmann–
[pagina t.o. 17]
| |
[pagina 17]
| |
Karel is een wreede snaak,
Dieren plagen zijn vermaak,
Katjes knijpt en martelt hij,
Honden laat hij nimmer vrij.
Laatst pakte hij een moedig paard,
Waarop een heer zat, bij den staart.
| |
[pagina 18]
| |
Het groote paard, dat werd toen kwaad,
Ziet, hoe het beest naar acht'ren slaat;
Hij raakte Karel op zijn scheen,
Die stortte neêr, en brak zijn been.
Daar schreeuwt nu Karel ‘ach!’ en ‘wee!’
Daar ligt hij op de kanapée,
Hij kermt en jammert en hij schreit:
‘O wee, mijn been, wat smart, wat spijt!’
| |
[pagina t.o. 18]
| |
![]() ![]() |
|