Een aardig prentenboek met leerzame vertellingen(ca. 1850-1860)–Heinrich Hoffmann– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] De geschiedenis van Philip, den schommelaar. Vader spreekt, op strengen toon, Tot zijn' kleinen, wilden zoon: ‘'k Hoop dat Philip nu eens stil Aan de tafel zitten wil!’ En zijn moeder fluistert zacht: ‘Geef op 's vaders woorden acht! Doe ons heden geen verdriet!’ Maar de knaap gehoorzaamt niet; Hij holdert En boldert, Hij rommelt En schommelt, Met zijn' stoel al heen en wêer: ‘Philip dat mishaagt mij zeer!’ [pagina 18] [p. 18] Ziet eens, kind'ren! op deez' plaat, Hoe het Philip verder gaat: Door zijn schomm'len heen en wêer, Valt hij met de stoel ter nêer En bij 't achteroverslaan, Grijpt hij angstig 't laken aan; Maar, wie heeft het ooit gezien? 't Laken en de soep-terrien, Vorken, lepels, flesch en glas, En al wat er verder was, Vallen ramm'lend naar beneen, Op en om den jongen heen. [pagina 19] [p. 19] Onder 't laken ligt hij nêer; Al zijn leden doen hem zeer. Hoort eens naar zijn bang geroep: ‘Moeder, ach! die heete soep Heeft mijn heele been verbrand! O, hoe zeer doet mij mijn' hand Och, mijn neus doet mij zoo'n pijn, Zou hij ook gebroken zijn?’ Maar zijn vader vol van spijt Om zijn' ongehoorzaamheid, Beurt hem op en zegt: ‘mijn zoon! Gij hebt uw verdiende loon. Kind'ren, die ondeugend zijn, Lijden dikwijls smart en pijn; Wees voortaan dus niet meer stout! Maar, opdat gij 't wel onthoudt, Neem ik u nog tot uw straf, Al uw mooije speelgoed af.’ Vorige Volgende