Horae Belgicae
(1968)–A.H. Hoffmann von Fallersleben– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
XXIV. God seine die taverne!1.[regelnummer]
Den voghelkens doet het so wee:
si hoppen in rijm en in snee.Ga naar eind1, 2.
wi, wi sitten waerm
den winter hier ten scherne,Ga naar eind1, 4.
wi, wi sijn verblijt:
God seine die taverne!Ga naar eind1, 6.
2.[regelnummer]
Die voghelkens sijnder so stil,
gheen enich er singhen meer wil.Ga naar eind2, 2.
wi, wi singhen nu
wel van den soeten meien,
ons, ons herte sprinct
als of wi wilden reien.
3.[regelnummer]
Waer sal toch de lieve son sijn
met haren rootguldenen schijn?
wi, wi sien si hierGa naar eind3, 3.
uut onse glasen blinken,
si, si gheeft ons crachtGa naar eind3, 5.
en lust so dic wi drinken.Ga naar eind3, 6.
4.[regelnummer]
Het wachterken hooch opten toorn,
het wachterken steect sinen hoorn.Ga naar eind4, 2.
ons, ons waernt hi niet,
ons en is den tijt niet diere:
wi, wi drinken noch
en maken goede ciere.Ga naar eind4, 6.
|
|