Print Horae Belgicae(1968)–A.H. Hoffmann von Fallersleben Vorige Volgende ¶ Nr. 160. Prost Neujahr! 1. Ik hoor wat nieuws in deze tijd, :|: |: het is ons Jantje, dat noble kwantje komt bij de meid. :| 2. Ik hoord hem praaten al van de min; hij zoekt een kooltje, ja bij mijn zooltje, al na zijn zin. 3. Wie zou het looven van deze kwant? heeft hij de vinger, hij maakt het slimmer en neemt de hand. 4. Gij vangt nu aan in't nieuwe jaar: 'k wensch gij meugt vatte nog zeer veel schatte al binnen 't jaar! 5. Ik scheid er met mijn liedje uit: geeft mijn twee duiten, ik zal't niet stuiten, wel lieve bruid! Holländisch: Apollo's St. Nicolaasgift, Leiden s.a. mit der Weise: Du liegst mir Tag und Nacht im Sinn. [p. 281] ¶ 1, 2. kwantje, Bürschchen - 3, 1. looven für gelooven - 5, 2: duit, früher kupferne Scheidemünze, zwei Pfennig an Werth - stuiten, hindern. Vorige Volgende