men hoorde de revelje slagen,
den Zwitzer wierd buiten de poorte geleid
een uurtje voor den dagen.
10.[regelnummer]
Zij bragten hem aldaar voor 't geregt,
alwaar veel france heeren waren.
‘mijn liefje, die mijn der ook te minnen plegt,
komt mij ter dood bezwaren.
11.[regelnummer]
't Is er mijn vader en moeder groot schand,
dat ik zoo ver hier kom verzeilen,
ik geboren uit Zwitzerland
12.[regelnummer]
Hij trok zijn beste kleederen uit
en zei: ‘daar mijne vrome zoldaaten,
dat schenk ik u alle voor mijn laatste buit,
13.[regelnummer]
De Zwitzer moest knielen voor het graf,
men zag het bloedig slagzwaard blinken.
zij houden hem straks zijn hoofje af,
zijn jonk leven zag men krinken.
14.[regelnummer]
‘Oorlof, gezellen, wie gij zijt,
en wilt dit lied dog wel onthouden!
ik sterf voor geen schelm of dief, ach wat een spijt!
maar om 't gerijf van de jonkvrouwen.’
Holländisch: De opregte Zandvoorder Speelwagen, VolksLB. - Stammt aus dem vorigen Jahrhundert, als noch die Schweizer überall in fremde Kriegsdienste gingen, wie jetzt nur noch beim Papste und König von Neapel. Das Lied, so sehr es an die Kunstdichtuug streift, hat doch ganz die Färbung des Volksliedes: vernachlässigten Versbau, schlechte Reime, veraltete Wörter u. dgl. Auffallend, dass der unglückliche Schweizer nicht nach Soldatenbrauch erschossen, sondern mit dem Schwerte hingerichtet wird.
¶ 1, 2. dwalen, irren - 1, 4. nederdalen, sinken, zu Grunde gehen - 2, 3. trouw, eheliches Versprechen - aandienen, ankündigen - 5, 2. kermen, jammern - 5 ,4. ontfermen, erbarmen - 6; 4. klagtig vallen, klagbar werden - 8, 3. boei, Fessel - 9, 1. respijt, Aufschub - 10, 4. bezwaren, beschuldigen - 11, 2. verzeilen, versegeln, atranden - 13, 1. knielen, knieen - 13, 4. krinken, krenken, dahin schwinden, vergehen - 14, 4. d.h. weil ich mich mit den Jungfrauen eingelassen habe. gerijf, gerief, Nutzen, Gebrauch, Dienst.