ja want gisteren avond heeft hijze gehaald
en morgen zoo zal hijze trouwen.
25.[regelnummer]
Heb ik mijn dochter zoo welle besteed,
zoo wil ik wederom keeren
al na mijn eigen koningrijk
en na mijn landesheeren.’
Holländisch: Scheltema's Samml., Anf. des 18. Jahrh. Das Lied hat die Überschrift: ‘Een Nieuw Amoureus Liedeken, van't Wereltsche Wijf. Stemme: Het waren twee Gesusters in het Wout.’ Trotzdem aber wol sehr alt.
Druck: 16, 4. sal sij (zult gij) - 24. hijze fehlt.
¶ 1, 4. malkanderen, einander - de trouw beloven, die Ehe versprechen - 4, 1. aanschieten, anziehen - 4, 4. kermeszijde, Scharlachseide - 15, 1. ophaalen, aufheben - slinks, links - 16, 4. morgen ochtend, morgen früh - 25, 1. eene dochter besteden, eine Tochter verheirathen.