Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

Bibliografie oudere drukken

De Aartsvader Jacob, Amsterdam, Willem Immink, 1782 . UBA 459 D 14.

Reyer Anslo, Poezy, Rotterdam, Barent Bos, 1713. UBL 1173 G 16.

Joannes Antonides van der Goes, Alle de Gedichten. Hier by komt het leven des dichters, derde druk, Amsterdam, Nicolaas ten Hoorn, 1714. KB 760 D 4.

Laurens Bake, Heer van Wulverhorst, Mengel-Poëzy, Amsterdam, Pieter Visser en Jan Hartig, 1737. KB 760 E 18.

Jean-Baptiste Du Bos, Réflexions critiques sur la poësie et la peinture, vertaald door Philip Zweerts als Oordeelkundige aanmerkingen over de poëzy, en schilderkunst [...], 3 delen, Amsterdam, Jacobus Loveringh, 1740. UBA 1095 H 39-41.

Dominique Bouhours, La Manière de bien penser dans les ouvrages de l'esprit, 3me édition, Paris, chez Michel Brunet, 1695. KB 1160 G 40.

Joannes Brandt, Mengeldichten, Amsterdam, Gerrit Slaats, 1701. UBL 1201 F 7.

Joan van Broekhuizen, Gedichten, Amsterdam, G. onder de Linden, 1712. KB 842 B 7.

Claude Buffier, Suite de la grammaire françoise sur un plan nouveau: ou Traité philosophique et pratique d'éloquence, Paris, Nicolas Le Clerc, 1728. BN X 9843.

Petrus Burmannus Secundus, Intreéreden [...] over de poëtische verrukking, [...] in Nederduitsche vaerzen nagevolgd door Dirk Smits, Rotterdam, Philippus Losel, 1743. KB 3096 A 3.

Oeuvres de Boileau. editie 1772. UBL 699 C 26.

Belustigungen des Verstandes und des Witzes (1741-1745). KB 185 J 31.

Paul-Jérémie Bitaubé, Joseph, Amsterdam, Magerus, 1766. KB 184 E 8.

Jan de Brune de Jonge, Wetsteen der vernuften, Amsterdam, Jacob Lescailje, 1644. KB 2105 A 44.

Jacob Cats, Gedagten op Slapelooze Nachten, Amsterdam, Andries van Damme, 1715. KB 477 J 42.

Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden, ed. H. Luijten, Den Haag, Constantijn Huygens Instituut, 1996. KB 536 K 47.

Jacob Cats, Spieghel van den ouden en nieuwen tydt, Amsterdam, bij de Wed. Gysbert de Groot, 1699. KB 31 C 33.

Gerhard Theodorus de Cock, Proeve van Bijbeldichten, Brieven, en Mengelzangen, Leeuwarden, bij Chalmot, 1765. UBL 1206 B 27.

Casparus Commelin (1636-1693), Beschryvinge van Amsterdam, Amsterdam, bij de Wed. Aart Dirksz Oossaan, 1694. KB 62 C 11.

Marten Corver, Tooneel-Aantekeningen, vervat in een omstandigen Brief aan den Schryver van het Leven van Jan Punt, geplaatst in het Leven van eenige beroemde Nederlandsche mannen en vrouwen, Leiden, Cornelis Heyligert, 1786. KB 308 E 12.

Jeremias de Decker, Lof der geldsucht ofte Vervolg der Rym-oeffeningen, verdeelt in twee boecken behelsende Gedichten van verscheidene stoffe, Amsterdam, Wed. Marten Jansz Brandt, en Abraham vanden Burgh, 1668. KB 2105 A 259.

Jeremias de Decker, Rym-oeffeningen, Amsterdam, Abraham van Blancken, 1659. UBL 1199 F 14.

Jeremias de Decker, Alle de Rym-Oeffeningen, Amsterdam, Van Aeltwyk, 1726. UBL 1175 C 4-5.

Dichtlievende verlustigingen bestaende in veld- en stroomzangen onder de zinspreuk Meditando Fulgens (Mattheus de Ruuscher), Leiden, Cornelis van Hoogeveen, 1762. UBL 1205 C 41.

Heiman Dullaert , Gedichten, Amsterdam, Gerard onder de Linden, 1719. (herdruk in P.C.A. van Putte, Heijmen Dullaert, een biografische studie, Groningen, Wolters/Noordhoff, 1978).

Redenvoering en feestzang, ter gelegenheid der vijf-en-twintigste verjaaring van de oprichting des genootschaps onder de zinspreuk Concordia et Libertate, 26 october 1773.KB 505 B 166.

Feestviering ter vyftigste verjaaring van het genootschap onder de zinspreuk Concordia et Libertate, Amsterdam, P. J. Uylenbroek, (26 oktober) 1798. KB 443 B 21.

Sybrand Feitama, Telemachus, Amsterdam, Visser en Slaats, 1733. UBA 1181 G 28.

Bernard de Fontenelle, Oeuvres, Paris, Brunet, 1752. KB 189 K 4.

Joan Fortman, Dichtlievende Mengelingen, Hoorn, Tjallingius, 1772. KB 841 C 3.

W.G. van Focquenbroch, Alle de Werken, derde druk, Amsterdam, Steven van Esveld, 1766.KB 9 B 2.

Joannes le Francq van Berkhey, Hekeldicht voor de heer J. Nomsz, gedrukt voor den schryver, 1769. UBL 1108 E 23.

De Guardian of de Britsche Zedenmeester, vertaling Pieter Le Clercq Rotterdam, Jan Beman, 1730-1731. KB 1138 F 21-23 .

Gilbert Charles Le Gendre, Traité de l'opinion ou mémoires pour servir à l'histoire de l'esprit humain. KB 1138 D 43.

De Dichtkunde van den Heere Nicolaas Boileau Despréaux, in een gelyk getal van Néderduitsche vaerzen overgebragt door A. G. [A. Gobels], Amsterdam, Gerrit Bom, 1768.KB 761 C 2.

Frans Greenwood, Gedichten, Rotterdam, Arnold Willis, 1719. KB 839 D 15.

Frans Greenwood, Vervolg van F. Greenwoods Gedichten, en Boere-Pinxtervreugt, Dordrecht, Van Braam, 1760. KB 839 D 15.

Abraham de Haen, Herderszangen en Mengeldichten, Amsterdam, Theodorus Crajenschot, 1751. KB 3094 E 19.

Joan de Haes, Judas de verrader, Rotterdam, Johannes Hofhout, 1714. KB 1350 B 114.

François Halma, Woordenboek der Nederduitsche en Fransche talen, Leiden, Jacob de Wetstein - Utrecht, Jacob van Poolsum, 1758. KB 4017 B 37.

Jacobi Heiblocq, Farrago Latino-Belgica of Mengelmoes van Latijnsche en Duitsche gedichten, Amsterdam, Pieter van de Berge, 1662. UBL 1180 G 24.

Willem van der Hoeven, Het koffyhuis, Amsterdam, Izaak Duim, 1734. KB 851 D 52.

O. C. F. Hoffham, Al stond 'er de galg op of de verydelde toneelcomparitie, Amsterdam, Erven Klippink, 1783. KB 2212 A 4.

Ludvig Holberg, De Deensche wysgeer (vertaling van Moralske Tanker), Amsterdam, Tjeerd Bliek, 1754. KB 1016 F 147.

De Hollandsche Spectator, Amsterdam, Van Tongerlo en Houttuin, 1756. KB 494 F 1-3.

David van Hoogstraten, Beginselen of kort begrip der rederykkunst, Amsterdam, Gerard onder de Linden, 1725, p. 59-60. KB 2105 A 149.

David van Hoogstraten, Aenmerkingen over de geslachten der zelfstandige naamwoorden, Amsterdam, François Halma, 1700. KB 2105 A 149-2.

Jan van Hoogstraten, Mengel-Poëzy of verscheide Gedigten, 5 delen, Amsterdam, Johannes van Leeuwen, 1714-1720. KB 839 F 2.

Arnold Hoogvliet, Abraham de Aartsvader in twaelf boeken, Rotterdam, Jan Daniel Beman, 1728. KB 3021 D 36.

Arnold Hoogvliet, P: Ovidius Nasoos Feestdagen (Fasti ), Delft en Rotterdam, by Adriaan en Jan Daniel Beman, 1719. UBL 1178 B 13.

Arnoldus Houbraken, De groote Schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen, 3 delen, Amsterdam, gedrukt voor den autheur, 1718-1721. KB 141 D 24-26.

Balthazar Huydecoper, Proeve van taal- en dichtkunde; in vrijmoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde Herscheppingen van Ovidius, Amsterdam, Visscher en Tirion, 1730. KB 763 C 13.

Balthazar Huydecoper, Hekeldichten, Brieven en Dichtkunst van Q. Horatius Flaccus, Amsterdam, Ratelband en Uitwerf, 1737. KB 761 D 27.

Balthazar Huydecoper, Edipus, uit het Fransch van P. Corneille, Amsterdam, Lescailje en Rank, 1720. KB 448 H 141.

Daniel Jonktys, Hedensdaegse Venus en Minerva; of Twist-gesprek tusschen diezelfde, Dordrecht, Van Esch, 1641. KB 448 L 39.

De gewaande onnozele juffer, of de belagchelyke poëet, Amsterdam, Helders en Mars, 1783.UBA 691 F 45.

P.J. Kasteleyn, Codrus, Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1784. UBA 690 G 17.

P.J. Kasteleyn, De Graaf van Olsbach, Rotterdam, D. Vis, 1778. KB 448 L 225.

P. J. Kasteleyn, Elfride, Amsterdam, Erven David Klippink, 1775. UBA 687 E 33.

P.J. Kasteleyn: Dormont en Julia, of de beloonde huwelyksliefde, Amsterdam, Izaak Duim, 1779. KB 448 G 38.

Lambert ten Kate, Aenleiding tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake, Amsterdam, Rudolph en Gerard Wetstein,1723. KB 651 D 5.

De Kosmopoliet of Waereldburger, Amsterdam, Wed. David Klippink, 1776 en 1777. UBA O 91-11-12.

Willem Kroon, Verzameling van de bruykbaarste Nederduytsche Rymklanken, Utrecht, Willem en W. Hendrik Kroon, 1754. UBA 462 F 22.

Bernard Lamy, La Rhétorique ou l'art de parler, La Haye, chez Pierre Paupie, 1737. UBL 722 G 11.

De adelyke landman, door Anthony Hartsen,Amsterdam, Izaak Duim, 1779. UBA 687 F 68.

Pieter Langendyk, Don Quichot op de bruiloft van Kamacho, Amsterdam, Hendrik van der Gaete, 1712. KB 2211 C 15.

Katharyne Lescailje, Tooneel- en mengelpoëzy, Amsterdam, Lescailje en Rank, 3 dln, 1731. KB 759 B 10.

Levensbeschryving van verscheidene vermaarde Italiaansche mannen en vrouwen. Beschreeven door een Genootschap van Geleerden, Harlingen, V. van der Plaats jr, 1769.PBF C 19533.

De gelukte list, óf bedrooge mof, Amsterdam, Izaak Duim, 1744. UBL 1087 G 32 L.

M. de Listonai (pseudoniem voor de musicus Daniel Jost de Villeneuve), Le voyageur philosophe dans un pais inconnu aux habitans de la terre, Amsterdam (au depens de l'éditeur), 2 dln, 1761. UBA 1497 E 23-24.

Jacob Lutkeman, Poëzy, uitgegeven door Henri Jean Roullaud, Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1785. KB 946 A 97.

Gilles Ménage, Menagiana, Amsterdam, Van Harrevelt, 1772. UBA 2452 E 7.

Nieuwe verzameling der Nederduitsche Mengelgedichten, Amsterdam, Willem Barents, 1727.KB 841 D 21.

Lucretia Wilhelmina van Merken, David, Amsterdam, P. Meyer, 1767. KB 141 C 2.

Lucretia Wilhelmina (van Winter-) Van Merken, Germanicus, Amsterdam, P. Meyer, 1779. KB 199 D 7.

Louis Sébastien Mercier, Tableau de Paris, Amsterdam, 1782-1789. KB 477 F 23.

Michel de Montaigne, Essais, editie-Coste, KB 576 J 22-24.

Arnold Moonen, Poëzy, Amsterdam en Utrecht, François Halma en Willem van de Water, 1700.KB 758 C 46.

Petrus Nieuwland, Verhandeling over de oeffening en beschaaving van 't verstand, 's-Gravenhage, Thierry, 1762. KB 2118 C 10.

Joannes Nomsz, Aantekeningen, van J. Nomsz, op alle zyne tooneelstukken, Amsterdam, Erven David Klippink, 1784. UBA 222 F 13.

Joannes Nomsz, Bescheidene aanmerkingen, Amsterdam, David Klippink, 1769. UBL 1087 F 11.

Joannes Nomsz, De Cid, Amsterdam, Izaak Duim, 1772. KB 2211 C 9.

Joannes Nomsz, Ferdinand Cortez, overwinnaar van Mexico, Amsterdam, Izaak Duim, 1757.UBA 688 C 54.

Joannes Nomsz, Iemant en Niemant, Amsterdam, Izaak Duim, 1768. UBL 1094 E 19:2.

Joannes Nomsz, Mengelwerken, Amsterdam, erven David Klippink, 1782. UBL 1206 B 19.

Joannes Nomsz, Triomf der teekenkunst, Amsterdam, David Klippink, 1768. KB 853 G 291.

Joannes Nomsz, Zoroaster, Amsterdam, Izaak Duim, 1768. UBL 1094 E 21:1.

Joachim Oudaan, Johanna Grey of gemartelde onnozelheyd, Rotterdam, B. Wagens, 1648.KB 504 B 258.

Lucas Pater, De juichende schouwburg, Amsterdam, Izaak Duim, 1763. KB 448 G 187.

Lucas Pater, Poëzy, Amsterdam, Pieter Meyer, 1774. KB 3095 B 1-2.

Andries Pels, Gebruik én misbruik des tooneels, Amsterdam, Albert Magnus, 1681. KB S 1395 6.

Andries Pels, Q. Horatius Flaccus' dichtkunst, op onze tijden, én zéden gepast, Amsterdam, by Jan Bouman, 1677. KB 7187 F 24.

De Philosooph (1766-1769), ed. Cornelis van Engelen, Amsterdam, P. Meyer en Van Tongerlo.KB 366 G 3.

Hubert Korneliszoon Poot, Poëzie, Delft, Reinier Bottet, 1722. KB 144 B 7.

Proeve van dichtoeffening, bestaende in herderszangen, brieven, klink- en mengeldichten, door A.L.F. en A.P.S., Leiden, Janssoons van der Aa, 1731. UBL 1204 F 13.

De Rhapsodist, Amsterdam, bij Pieter Meyer, 1771-1783. KB 367 C 24.

Frans Rijk, De dobbelaar, Amsterdam, Isaac Duim, 1736. KB 443 A 40.

Karl Wilhelm Ramler, Einleitung in die schönen Wissenschaften, nach dem Französischen des Herrn Batteux, Leipzig, Weidemann, 1756. KB 1295 F 67.

Gottlieb Wilhelm Rabener, Verzameling van hekelschriften, vier delen, Amsterdam, Pieter Meyer, 1763-1767. UBL 2435 D 22-24.

Charles Rollin, De la Manière d'enseigner et d'étudier les belles lettres par raport à l'esprit et au coeur, Paris, chez la Veuve Etienne, 1740. KB 3091 B 13-14.

Jacobus Rosseau, De Zingende Kraamer of Vermaakelyke Krispyn, Amsterdam, Niklaas Dor, 1718. KB 32 G 44.

Bartholomeus Ruloffs, Inwyding van den Amsterdamschen schouwburg, Amsterdam, Izaak Duim, 1774. UBL 1087 E 26.

Colyn van Rijssele, Spiegel der Minnen, ed. M.W. Immink, Utrecht, Oosthoek, 1913. KB 6182 B 40.

Charles de St. Evremond, Uitgeleze Keur-stoffen ( Mengelwerken), vertaald door Gerard Westerwyk, Amsterdam, Jacobus Loveringh, 1738. UBA OK 73 649-652.

Hendrik Schim, Bybelpoëzy, bestaende in Kristus Kruisfeest [...], Rotterdam, Arnold Willis, 1723. PBF C 13709.

Charles Sebille, De dobbelaar, naar Regnard, Izaak Duim, 1741. KB 1094 G 14:4.

De Snapper, of Britsche tuchtmeester, vertaling Pieter Le Clercq, 1733. UBA Z 1724 1-4.

Frans van Steenwijk , Gideon (1748) en Klaudius Civilis in zestien zangen, Amsterdam, Pieter Meyer, VI delen (1774). KB 145 E 25.

De Spectator of verrezene Socrates, Amsterdam, Steenhouwer en Uytwerf, 1720. UBL 1223 F 9.

Johann Georg Sulzer, Allgemeine Theorie der schönen Künste und Wissenschaften, 2 delen, Leipzig, Weidemanns Erben und Reich, 1771-1774. KB 1308 A 11.

Jonathan Swift, Tale of a Tub (1704), als Vertelsel van de ton vertaald door Pieter Le Clercq, Utrecht, Arnoldus Lobedanius, 1743. KB 32 H 32.

Theonoe, Leiden, [Kunst wordt door arbeid verkregen], 1771. UBL 1088 F 30.

De Tooneelspelbeschouwer, geen plaats, geen jaartal (1783-1784). KB 12 J 21.

Nic. Ch. J. Trublet, Essais sur divers sujets de littérature et de morale, Paris, Briasson, 1740.KB 186 M 22.

Cornelia van der Veer en Catharina Questiers, Lauwer-strijt; met eenige Bij-dichten aan, en van haar geschreeven, Amsterdam, Venendael, 1665. KB 809 G 29.

Nicolaes Versteeg, Mozes in twaelf boeken, Rotterdam, Smithoff en Arrenberg, 1771. KB 3117 C 1.

Verzameling van ernstige en boertige mengelstoffen in dicht en ondicht, 6 delen, Amsterdam, Lakeman, 1726-1734. KB 228 O 20.

Voltaire, Gedagten getrokken uit de werken van den heere de Voltaire, Rotterdam, Dirk Vis, 1767. UBA 277 E 12.

Bernard Vollenhove, De Broedermoord te Tranziane, Amsterdam, by Herman Aeltsz, 1661. KB 2105 A 209.

Johannes Vollenhove, J. Vollenhoves Poëzy, Amsterdam, Henrik Boom en de weduwe van Dirk Boom, 1686. ABD BORG 182.

J.V. Vondels Poëzy. Eerste Deel en Tweede Deel, Franeker, Leonard Strik, 1682. KB 759 E 1.

Joost van den Vondel, Palamedes met Hekeldichten, Amersfoort, Brakman, 1707. KB 760 E 14.

Jacob Voordaagh, Dood van Cesar, Amsterdam, Izaak Duim, 1737. KB 3186 G 39.

Jan Vos, Aran en Titus, Amsterdam, Jacob Lescailje, 1656. KB 448 L 25.

Isaac de Vos, Iemant en Niemant, Amsterdam, Jacob Lescaille, 1645. KB 30 H 67.

Elias Webber, Markus Antonius en Kleopatra, Amsterdam, Jacob Lescailje, 1685. UBL 1094 H 28.

Daniel Willink, Amstellandsche Arkadia, Amsterdam, Arent van Huyssteen, 1737. KB 302 F 42.

J.F.W. Zachariä, Bespiegelingen over de vier getyden van de dag (1772), oorspronkelijk Die Tageszeiten. Ein Gedicht in vier Büchern (1755), (2de druk uit 1756: KB 765 D 17).