Een woord aan den lezer.
Gij ontvangt hier, geachte Lezer, van den Schrijver een boek, waarmede hij nut hoopt te stichten voor de zaak van evangelische waarheid en christelijk leven. Mogt hij daarin niet ongelukkig geslaagd zijn!
Het middel daartoe door hem gekozen was eene poging om den christen in eenige opzigten voor te stellen, niet alleen zoo als hij zijn moet, maar ook zoo als hij zijn kan, den christen, geen bijzondere partij toegedaan, en daarom boven alle partijen staande. Dien christen moest men in verschillende levensomstandigheden, onder verschillende menschen waarnemen, in het huiselijk, kerkelijk, maatschappelijk leven aanschouwen kunnen, en in den strijd gewikkeld zien, dien de miskenning der waarheid en het leven in de wereld zoo vaak aanbiedt. De Schrijver koos daartoe den vorm, dien Ge in dit werk zult aantreffen.
Was het zijn verlangen, om met zijn Wereld in 't klein in uren van ontspanning u niet onaangenaam bezig te houden, hij ontveinst het niet, dat een hooger doel - nuttig te kunnen zijn - hem daarbij telkens voor oogen stond.