Sporthelden uit ons verleden. Deel 1
(1980)–Guno Hoen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |
[pagina 67]
| |
Ik ben geboren op 2 september 1907 te Paramaribo, waar ik eerst de lagere school bezocht n.l. de Emmaschool aan de Gravenstraat, met als schoolhoofd Jules W. Lobato, broer van de horloge koopman aan de Watermolenstraat. Verder waren mijn onderwijzers; Pronk, Le Couvreur, Pool en onderwijzeressen, mej. Oosterbaan, Tubergen e.a. Van de Emmaschool ging ik naar de Comeniusschool aan de Dominestraat, alwaar vandaag een deel van de Firma C.K.C. gevestigd is. In deze zelfde omgeving was het Schutz Internaat gevestigd, dat vooropleiding gaf aan toekomstige onderwijskrachten. Mannen als gebroeders Leeuwin, Kolader, Heineman, Helstone, Lauriers, gebroeders Coleridge, Cameron e.a. hebben hun vooropleiding tot onderwijzer op dit internaat genoten. Nadat ik mijn getuigschrift van de Comeniusschool op zak had, sprong ik over de schutting - die school en leerlingentehuis scheidde - en gaf mij als kandidaat op voor de opleiding om als handelsman in dienst van de Firma C.K.C. te treden. Ik zeg handel, daar er ook de gelegenheid bestond om als leerling voor een vakopleiding je te laten inschrijven. Na de voorgeschreven medische keuring in het Sint Vincentius Ziekenhuis onder leiding van dokter J.F. Nassy (fa. dokter) volgde een vergelijkend examen, welk examen ik met kop en kont door kwam. Ik haastte mij daarna naar huis om mijn moeder op de hoogte te stellen van mijn aanname op het Gele-kost Internaat. Gele-kost Internaat was de publieke benaming voor de jongens van dit Internaat, daar zij altijd in gele kakhie gekleed gingen en wel met een gesloten kraag. Des zondags en op Christelijke feestdagen waren de jongens van dit Internaat verplicht in het wit gekleed te gaan. Na een opleiding van 4 jaar trad ik in dienst van de Firma C.K.C. met een loon van f. 9.00 tot f. 11.00 per week. Met dit bedrag was je in die tijd ‘de koning te rijk’. Dank zij de strenge en uitstekende opleiding van de Duitsers onder wiens leiding het Gele-kost Internaat stond, kon ik mij in latere jaren als sportman, alsook op andere wijze disciplinair opstellen. Het grootste deel van mijn jeugd bracht ik door in de omgeving van de Prinsessestraat en de Gonggrijpstraat. Deze omgeving krioelde van Awara's en Mispelvruchten. Door mij en mijn vriendjes werden de Awaras in trossen weggekapt | |
[pagina 68]
| |
in een kuil geborgen om na rijping verkocht te worden. In de omgeving waar ik opgroeide was geen koffiemamaboom te hoog voor mijn vrienden en ik om de Leguaan te vangen. Mijn jeugdvrienden waarmee ik deze stunts uithaalde waren: Jozef Sweet (een oudere broer van onze ex-wielrenner) Everduin, de Continho's, de van Exels, Talberg (gewezen doelman) Johan Emanuels, Gafoer, Jangalie, Naikoe, allen van de Prinsessestraat, Gonggrijpstraat en direkte omgeving. | |
SportloopbaanAls jongen van een jaar of veertien startte ik mijn sportloopbaan in het Gele-kost Internaat waar je dagelijks verplicht was onder leiding van oud Militair Willem Geerlings gymnastiek oefeningen te doen.
Op 15-jarige leeftijd belandde ik in de voetbalvereniging Juliana en mocht het genoegen smaken om bij de opening van het eerste S.V.B. veld om 3 uur 's middags uit te komen tegen Transvaal. Transvaal was toen zeer sterk uitgerust met spelers zoals: Harry Sarucco, Willem Budel (meer bekend als Wimpie), Lepe, Maurits Behr, Leo Favery, de drie gebroeders Elliot (Walther, Duncan en Otmar), Gouvernante e.a. Juliana verloor deze wedstrijd met flinke cijfers. In latere jaren werd Juliana ontbonden, zodoende kwam ik in Cicerone terecht. De geschiedenis van Cicerone en Ajax waar ik ook in gevoetbald heb is ongetwijfeld reeds door anderen in dit boek beschreven. In Ajax en later in Cicerone heb ik de hoogste voetbaltop bereikt. Naast voetbal bereikte ik met Korfbal ook een behoorlijk peil. In 1928 - ik was toen 21 jaar - reisde ik als aanvoerder van een Paramaribo voetbalselektie naar Moengo om bij een of andere driedaagse feestviering tegen de selektie van Moengo uit te komen. Kort hierna werd ik in de S.V.B. nationale selektie opgenomen waar ik als aanvoerder jarenlang een vaste plaats had. In dit verband heb ik Suriname in thuis- en uitwedstrijden met succes vertegenwoordigd. In uitwedstrijden speelde ik o.a. in Belem (Brazilie) Curacao, Venezuela, Aruba, Trinidad en Demerara. | |
[pagina 69]
| |
Mijn sterkste wapens in het spel waren: inzicht, techniek, goede instelling, goede trap- en koptechniek. De bijnaam van ‘Meester’ heb ik te danken aan de heer Wim Anijs die als sportverslaggever van ‘De West’ optrad. Het was in de interlandwedstrijd tegen Venezuela dat ik man to man tegen de gevreesde centerhalf Larea kwam te staan. Wim Anijs beschreef dit moment op de volgende wijze: ‘En de Master of brains - Henry Landkoer - stond oog in oog met de gevreesde Larea, omspeelde deze en scoorde voor Suriname.’ De aanduiding van Master werd toen door de massa overgenomen en in het Nederlands vertaald. ‘Master of brains - Maestro-Maitre’. Vanaf dien sta ik tot op heden meer bekend als ‘Meester’. De tweede wereldoorlog bracht een einde aan mijn actieve voetballoopbaan. Ik bleef echter niet bij de pakken zitten, doch bleef een bijdrage leveren voor de voetbalsport in de kwaliteit van scheidsrechter. Jarenlang heb ik mij als scheidsrechter verdienstelijk gemaakt voor de S.V.B. In 1946 werd ik uitgekozen om de finalewedstrijd tussen Curacao en Feyenoord (Nederland) in een vijflanden tournooi, waaraan ook Suriname had deelgenomen te leiden. Wegens bijzondere omstandigheden kon ik het aanbod niet aannemen. In mijn plaats werd toen mijn zwager Bill Bromet aangesteld.
In het gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het vijf en veertig-jarig bestaan van de Surinaamse Voetbal Bond treffen wij een korte samenvatting van H. Landkoer aan. H. Landkoer begon als voetballer op 15-jarige leeftijd als lid van de v.v. Juliana. Speelde mee bij de opening van de ‘Cul’ (oud terrein) tegen Transvaal. In latere jaren lid van Ajax en vervolgens van de Politie Voetbal Vereniging. Was 10 jaar lang aanvoerder van de eens zo beroemde club Cicerone. Het nationaal elftal was niet denkbaar zonder Henry Landkoer, die in dit verband 6 jaar aanvoerder is geweest en vrijwel alle posten in dit elftal heeft gevoetbald.
Na zijn voetbalschoenen te hebben opgeborgen, diende Landkoer de S.V.B. ruim zeven jaar als scheidsrechter. | |
[pagina 70]
| |
Behalve voetballen heb ik ook gedaan aan korfbal, zwemmen, maar dan achter de Prinsessestraat in een grote kuil waar schelpen waren weggehaald voor de bestrating, of in de rijstzwamp van baboen Himsingh, samen met de jongens Kanhai. Aan biljarten heb ik meegedaan, en wel in de C.H.M. kiosk hoek Keizerstraat/Zwartenhovenbrugstraat (thans Liesdek). In die tak van sport heb ik het echt ver gebracht, want ik heb als No. 4 voor de Politie in een concours in het Park meegedaan. Van dansen heb ik ook gehouden. Ik was lid van de dansvereniging Cicerone die elke vrijdagavond in Loge Concordia repetities hield, en heb het tot assistent-leider, na Stenhuys gebracht. Aan de allereerste snelloop dwars door Paramaribo heb ik ook meegedaan voor de Politie. Al kwam ik als no. 13 bij de eindstreep, ik kreeg als troostprijs van Inspecteur Patric Mac Donald een schemerlamp. Van de gymnastiekvereniging Tonido was ik ook lid.
Als ik terugblik dan ben ik voor de navolgende verenigingen uitgekomen: Juliana, Ajax, Cicerone, Fearless, Marienburg, P.V.V., Bruynzeel. Dit lijkt veel op overloperij, maar niks is minder waar. Aanvoerder H. Landkoer van de S.V.B. selektie bij de eerste ontmoeting tussen Suriname en Curaçao in het jaar 1934.
| |
[pagina 71]
| |
Hr. Kearsenhout; Een van onze grootste biljarters
| |
[pagina 72]
| |
Het kwam door omstandigheden buiten mijn wil, hetzij door verandering van werkkring, hetzij door detachering of anderszins. Ik had weinig achting voor voetballers die van de ene op de andere dag overliepen. Dat zijn in mijn ogen mensen zonder liefde voor hun club. Maar helaas die waren er toch. Ach, de tijden veranderen, en de mensen evenzo. Niet lang geleden las ik in de nieuwsbladen dat een onzer beste spelers geweigerd had om voor zijn land Suriname tegen een vreemde club uit te komen, omdat hij niet tevreden was met de behandeling van de S.V.B. Deze voetballer kan ongelijk maar ook een beetje gelijk hebben. Ik durf geen oordeel te vellen, omdat ik niet zo goed bekend ben met de verhouding tussen de leiding van het bestuur en de clubs. Maar, heb ik mij afgevraagd, had deze voetballer niet kunnen wachten tot na het bezoek der gasten om met zijn grieven naar voren te komen. Hij had volgens mij juist een goede gelegenheid om dubbel en dwars van zijn kunnen te doen blijken, en zeggen, wel mijne heren, wat zegt U van mijn voetbalkunst? Maar voorwaarden stellen, wel neen. Je doet de heren van het bestuur weinig of niets daarmee, maar ons land Suriname. Ik heb altijd geleerd, eerst doen, dan protesteren. | |
Tweemaal GehuwdIk ben 2x gehuwd geweest en ben nu even veel keren weduwnaar. Uit mijn eerste huwelijk is een zoon geboren genaamd Henk Winston die reeds jaren in Nederland woont. Hij is gehuwd, heeft een zoon genaamd Hugo Aranda, genoemd naar mijn jongere broer Hugo, die ook voor Cicerone en het nationaal elftal van Suriname heeft gespeeld. Ik ben intussen dus grootvader. | |
Louter toevalZo ongeveer in de jaren 1950 voetbalde ik zo nu en dan in het bedrijventeam van Bruynzeel. Des zondags speelden wij in dit verband ook vaak z.g. eendaagse kompetities. Bij een van deze gevallen moest de B.P.V. (Bruynzeel Personeels Vereniging) uitkomen tegen het team van de Pan American Airways. Bij al je leven trad Rige Tjon Sien Kie als aanvoerder op van de P.A.A., ik als aanvoerder van de B.P.V., terwijl Bill Bromet als | |
[pagina 73]
| |
scheidsrechter zou optreden. De gehele leiding was dus in handen van drie zwagers daar Bill Bromet en Tjon Sien Kie met twee van mijn zusters gehuwd waren. Vanwege mijn vergevorderde leeftijd doe ik niet meer mee aan geen enkele tak van sport, ‘bikasi te kaw njang a moe gi asi pasi’. Wel volg ik de meeste sportevenementen via T.V., radio of krant. Het zaterdagmiddag-voetbal via de T.V. mis ik geen ogenblik. | |
FavorietenHoewel ik geen der voetballers van de tegenwoordige Robin Hood ken, is deze club sinds de periode van de Mijnalsen mijn favoriet. Mijn favoriete spelers van vroeger zijn geweest: Anton Budel, de Noten, Klink, Walther Amo, Bob Opstal (Mil.), Conrad, Dr. Johnny Monkou, Just Gouvernante, Ch. Naloop (Zuurtje) Rijzenburg, Humphrey Mijnals, Daisy Samson, Hein Leeuwin, Hugo Landkoer, Puck van Heel, Hans Nahar, Kersout en Leo Rack. Buiten onze grenzen zijn dat: Denis, Cruyf, D'Andrade, Pele en doelman Van der Meulen. Wat ik overgehouden heb van dit alles? Wel, behalve grote dank en hulde zijdens het publiek en aanhangers, stank voor dank. Ik wacht nog steeds vanaf mijn huwelijksdag - 1940 - op de beloofde oorkonde van de S.V.B. Misschien krijg ik die alsnog op Marius-rust, wie weet. Of misschien redeneert men van: de Moor heeft zijn werk gedaan, de Moor kan gaan. Een rustige oude dag heb ik zeker, met zo nu en dan wat ouderdomsklachten, maar over het algemeen mag ik tevreden zijn. Ik beweeg mij dagelijks, trap op trap af zonder veel last hiervan te ondervinden. Mijn eetlust is uitstekend. Het liefst gebruik ik soepsoorten - geeft niet welke al zou men bij wijze van praten mij wat warm water opdienen. Mijn grootste voorkeur gaat echter naar erwtensoep (snert met saucijsjes en worst). Overigens lust ik alle peulvruchten, in het bijzonder bruine bonen, witte bonen etc., alle vissoorten, ook ongeschubde, maar vooral kwie kwie, op alle denkbare wijzen klaargemaakt. Van vogeltjes kweken heb ik nooit gehouden, omdat ook ik van de vrijheid alsook de vrije natuur houd. Geen van mijn broers hebben daaraan gedaan. Van hengelen houd ik ook niet, maar wel van de vissen. | |
[pagina 74]
| |
Merkwaardige gevallenDe nationale selektie van Suriname was in 1933 tweemaal tegen Deportivo (Venezuela) de boot ingegaan. De technische commissie van de S.V.B. had hierbij sterk gefaald en had niet de juiste mensen opgesteld. Deze ratten verlieten na de ondergang van ons elftal het zinkend schip. Hugo Landkoer - jongere broer van Henny Landkoer - kreeg na het eerste bezoek van Eldeportivo (Venezuela) aan Suriname - 1936 de bijnaam van Aranda - voetbalde in het sterrenteam van Cicerone - overleed samen met zijn broer Andre in de Oost Indische oorlog
| |
[pagina 75]
| |
De enige topman van de S.V.B. die nog overgebleven was, was James Zeegelaar. Hij had in die moeilijke dagen de functie van kapitein, stuurman, machinist en matroos. Hij ontbood mij bij hem te komen en zei: ‘Henny jongen, wij moeten nog in een laatste ontmoeting tegen Venezuela uitkomen. Ben jij bereid om een elftal op te stellen om het op te nemen tegen het sterke Venezuela.’ Ik nam deze opdracht aan echter met de uitdrukkelijke voorwaarde dat geen mens een of andere verandering mocht brengen in mijn opstelling. ‘Henny, jongen,’ zei de heer James Zeegelaar, ‘wat jij opstelt speelt en niet anders’. Ik verscheen op het veld met een elftal dat op drie spelers na geheel bestond uit spelers van Cicerone - zoals de drie buldozers Freddy Sijlbing (Tobo) Anton Balrak en Richenel Wijdenbosch. De niet Ciceroners waren John Monkou, Chas van Aalst en Just Gouvernante van Voorwaarts. Nadat het ons gelukt was de gasten een gelijkspel van 1 - 1 af te dwingen scheelde het een haartje of het bestuur van de S.V.B. en de technische commissie was door het publiek gelyncht. De laatste ontmoeting tussen Venezuela en Cicerone eindigde eveneens in een gelijkspel. | |
Op het nippertje:Nadat ik in 1928 de reis naar Nederland om in de Militaire dienst te treden zonder succes had gemaakt en naar Suriname was teruggekeerd (ik werd nl. afgekeurd), trad ik in dienst van de Bauxiet-Maatschappij te Moengo. Op Moengo werd ik lid van de v.v. Fearless. In dat zelfde jaar kreeg de S.V.B. op bezoek de v.v. Casuels uit Trinidad. Een wedstrijd tegen Ajax, waarvan ik nog steeds lid was, stond eveneens op het programma. Samen met de heer Walther Burside, Voorzitter van de Moengo Sportbond reisde ik met toestemming van de heer A. van Mazijk per boot naar Paramaribo om voor Ajax te kunnen uitkomen. Na vele ontberingen, o.a. defecte boot en later ook de auto die mij samen met de heer Burside in de Cul moest brengen, gelukte het mij nog net op tijd en wel bij het eerste fluit-signaal van de scheidsrechter het speelveld onder luid applaus van het publiek op te gaan. | |
[pagina 76]
| |
Ajax en Casuels kwamen niet verder dan een gelijkspel van 0 - 0. Ik speelde bij deze een van mijn beste wedstrijden. | |
VondelingDaisy Samson, een van onze grootste voetballers die Suriname ooit heeft voortgebracht werd d.t.k. van de heer Stenhuys, die heel goed met Daisy's vader bevriend was bij zijn intrede in Cicerone onder mijn leiding gesteld. Daisy was nog schoolgaand, leerling van de Sint Paulusschool en als ik het wel heb heeft hij zijn diploma niet gehad en wel omdat hij voor de S.V.B. voetbalde. De verhouding S.V.B. - N.G.V.B. van toen was zeer slecht. Het eerste probleem waarmee ik kwam te zitten was een voetbalschoen voor Daisy te vinden - because he had baby feet -. Toen ik op een bepaald moment dacht dat alles vlot zou gaan om in een belangrijke wedstrijd tegen onze grootste rivaal Voorwaarts uit te komen, werd de eerste doelman van Cicerone nl. Cornelis Naloop, die met de trein in het binnenland dienst deed, plotseling geplaagd door malaria. Niks aan te doen, de wedstrijd kon niet worden uitgesteld.
Men zegt in de regel als de nood hoog is, is de redding nabij. Wij staken de hoofden bij elkaar en besloten om Richenel Wijdenbosch als doelman op te stellen. Charles Naloop meer bekend als Zuurtje, een jongere broer van doelman Cornelis Naloop, dreigde niet te zullen meedoen wanneer zijn broer niet in het doel zou staan. Wij stonden dus voor een groot probleem, echter werd unaniem besloten niet voor de bedreiging van Charles Naloop uit de weg te gaan. Wij lieten hem links lopen en stelden Daisy als midvoor in zijn plaats op. Deze gedurfde handeling heeft bij de Cicerone-aanhang veel protest uitgelokt. Voor de aanvang van de wedstrijd tegen rivaal Voorwaarts werden mij door de fanatieke aanhang allerlei verwijten naar het hoofd geslingerd. Uitlatingen zoals: Mi Gado, pe Landkoer fin a pikien boi disi. A boi na wang schoro boi etc. Met een zekere trots stel ik er prijs op te verklaren, dat later gebleken is, dat mijn keuze uitstekend was. Daisy speelde een uitstekende partij en kreeg van het zelfde publiek | |
[pagina 77]
| |
na de wedstrijd een grote ongekende ovatie. Vandaag mag Daisy Samson gerekend worden tot een der grootste spelers die Suriname heeft voortgebracht. | |
S.V.B. op hete kolenCicerone staakte onder mijn leiding als kapitein een wedstrijd tegen rivaal Voorwaarts. De arbiter, Zwang de Freitas, een van de beste die Suriname gekend heeft, nam in de wedstrijd een verkeerde beslissing in het nadeel van Cicerone. Ik weigerde verder te spelen en Cicerone verliet en bloc het speelveld. Het werd een niet te beschrijven consternatie, toen het publiek en voornamelijk de aanhang van Cicerone zich met deze zaak ging bemoeien. Ik zat toen in de politiedienst en had op die bewuste avond de nachtdienst van 11 uur 's avonds tot 7 uur 's morgens. Thuis aangekomen om uit te rusten voor de middagdienst, werd dit mij onmogelijk gemaakt door een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders van ons land. Wat was n.l. het geval! Men vreesde dat Cicerone in zijn geheel zou overlopen naar Patro (N.G.V.B.). Deze en ook andere situaties hebben kort hierna de korpsleiding van de Politie doen besluiten, om tot de oprichting van P.V.V. (Politie Voetbal Vereniging) over te gaan. Hans Nahar en ik waren toen verplicht om voor P.V.V. te spelen. | |
Swift wint van Cicerone.De reus Cicerone heeft het indertijd moeten afleggen tegen Swift met een stelletje spelers op houten benen zoals: Willem Anijs, Harry Slijngaard, Edwin Amstelveen, Dest en Lioe A Joen meer bekend als Dekka. Swift scoorde met meer geluk dan wijsheid een doelpunt waar de Grote Cicerone tot het einde van de wedstrijd geen antwoord op wist. Swift werd nadien ontbonden, waardoor Cicerone nooit een kans heeft gekregen voor een revanche: ‘David had Goliath weer verslagen’ | |
[pagina 78]
| |
Een ander merkwaardig geval deed zich voor in het jaar 1936: Door de S.V.B. was in dat jaar een driehoekstoernooi in Suriname georganiseerd waaraan deelnamen: Cayenne, Para (Brazilie) en Suriname. De technische commissie van de S.V.B. was de mening toegedaan dat ik niet snel genoeg was voor de Brazilianen. Ik moest dus genoegen nemen met een plaats op de reserve bank. In mijn plaats werd toen opgesteld de jeugdige Vossie Belgrave. Helaas heeft deze jongeman zich in de eerste helft niet kunnen aanpassen. In de tweede helft werd ik in zijn plaats ingezet en speelde een briljante partij. De elftalcommissie kreeg bij deze een ongekende wassen neus. Na de wedstrijd schreeuwde ik boven de ovatie die mij gebracht werd, de S.V.B. bestuursleden en technische-commissieleden toe: ‘Een elftal zonder Landkoer is ondenkbaar’. Politie Inspekteur Davidson, zei hierna tegen mij ‘Landkoer je hebt je galgemaal gebruikt’. Na dit voorval was het duidelijk dat ik bij deze lafbekken gebrandmerkt was. De rancuneuse handelingen die ik later ondervond waren hiervan duidelijk het bewijs. | |
Open brief aan de S.V.B.Ik ben niet verbitterd, maar wel ontevreden, daar ik jarenlang vanaf de oprichting van de S.V.B. mijn krachten volop voor deze organisatie heb ingezet. Voor mij is het een pijnlijke zaak te moeten ervaren, dat velen die lang na mij, met weinig inzet in deze organisatie zijn geinfiltreerd de vruchten plukken van degenen die de kastanjes voor hen uit het vuur hebben gehaald. Dit verklaar ik, H.M. LANDKOER, Oud Internationaal pionier van de S.V.B. Andre Landkoer - jongere broer van H. Landkoer - ex-speler van Voorwaarts overleed samen met zijn broer Hugo in de Oost Indische oorlog
|
|