Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 140] [p. 140] De vergeetachtige. Geen één van al de Cameraats, Die met mijn broêr verkeren, Kan dag aan dag zijn les, zoo goed Als hij, van buiten leeren. Nog klaagt de meester over hem; Wat of daar aan mag letten? Om dat hij op het geen hij leert Zijn zinnen niet wil zetten. De meester zegt; men kan een knaap Geen goeden leerling heten, Die 't geen hij gistren heeft geleerd Van daag weêr heeft vergeten. Vorige Volgende