Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] De nieuwe hoed. ô Jan! wat is mijn Vader goed! Zie eens, dees mooijen nieuwen hoed Heeft hij me straks gegeven. ô Jongen! 'k ben zoo in mijn schik; Hij leerde mij met een, hoe ik Nu met mijn hoed moest leven. Wanneer ge, zei hy, iemand ziet, Ontzie dan toch uw hoedje niet; Gij moet om 'tgroeten denken. 'k Zal, als ge dus, in korter tijd Dan anders, uwen hoed verslijt, U weêr een nieuwen schenken. [pagina t.o. 126] [p. t.o. 126] de nieuwe hoed. ô Jan! wat is mijn Vader goed! Zie eens, dees mooijen nieuwen hoed bl.126. Vorige Volgende