Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 123] [p. 123] De waare vergenoegdheid. Vader is zoo vergenoegd, Schoon hij onder last en zorgen Van het krieken van den morgen Tot den avond voor ons zwoegt. Hij is altijd welgemoed; Of hem zwarigheên omringen; Hij kan echter vrolijk zingen: ‘'k Vrees geen leed; mijn God is Goed. ‘Hij, dien 't Heir der Englen dient; ‘Die de winden op zijn spreken ‘In doet binden, uit doet breken, ‘D'Opperheerscher is mijn vriend. ‘'k Ben altijd van hem behoed; ‘Zijne hand zal mij bewaaren; ‘Mij in 't midden der gevaten ‘Nog doen zingen; God is goed. [pagina 124] [p. 124] Zulk een leven staat mij aan; 'k Wil als vader vrolijk leven, En mijn hart mijn' Schepper geven, Die op mij zijn oog zal slaan. 'k Word dan ook van hem gevoed; Door zijn goede gunst gezegend; En of mij iets kwaads bejegent, 'k Zing dan echter; God is goed. Vorige Volgende