Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] De herfst. Straks wordt mijn vaders koe geslagt, Dan krijg ik blaas en koten, Daar met mijn speelgenooten De speeltijd meê wordt doorgebragt, Als wij, naar vlijtig leeren, Uit school naar huis toe keeren. De Herfst is zeker 't best geschikt Om mij vermaak te geven; Ik smaak het zoet van 't leven, Wanneer het ooft mijn hart verkwikt, En ik de malsche druiven, Zoo veel mij lust, mag kluiven. De zomer is zoo ras voorbij; Maar weinig warme dagen, En dikwijls onweersvlagen, Dit is een goede les voor mij; 'k Moet op mijn einde merken. De tijd heeft arends-vlerken. [pagina t.o. 42] [p. t.o. 42] de herfst. 'k Moet op mijn einde merken; De tijd heeft arends-vlerken. bl.42. [pagina 43] [p. 43] Mijn jeugd zal spoedig heene gaan. Wil God mij 't leven schenken, Dan zal ik daaglijks denken, ‘Ligt is het straks met mij gedaan. ‘Mijn Schepper leer mij sterven! ‘Eer ik mijn jeugd moet derven. Vorige Volgende