Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Het bidden. De klijne Jan was vroom en snedig, Gehoorzaam aan 't bevel Van zijnen vader, nimmer ledig, En wat hij deed was wel. Eens ging hij met zijn vader wandlen En met een ander Heer. Die met het kind begon te handlen Van rijkdom, staat en eer. Ik mag, zei die, bij wijlen spreeken, Als vriend, met mijnen vorst, Om dat ik nimmer met gebreken Mijn aanzien heb bemorst. De klijne Jan ging in het midden, En zei, 'k heb beter lot, Want als ik mag eerbiedig bidden, Dan spreek ik met mijn God. Vorige Volgende