Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] De deugd de waare schoonheid. Mijn moeder heeft me een zijden kleed Gemaakt, wijl zij me mint. Zij heeft al vrij wat geld besteed; Ik ben ook 't eenigst kind. Zij schonk het mij met een gelaat Vol liefde, en zei daar bij; Ik kleed u wel naar uwen staat, Maar kweek geen Hovaardij. Mijn Mietje, zorg nu dat uw Jeugd Zich niet vergaape aan schijn. Waart gij graag schoon, dan moet de Deugd Uw schoonte en sieraad zijn. [pagina t.o. 26] [p. t.o. 26] de deugd de waare schoonheid. Waart gij graag schoon, dan moet de deugd Uw schoonte en sieraad zijn. bl.26. Vorige Volgende