Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen(1778)–Pieter 't Hoen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] De bedilster. Mijn zuster knort en kijft en klaagt; Niets doe ik naar heur zin. Ik spreek, en als 't haar niet behaagt Krijg ik den wind voor in. Dit deed zij van den morgen nog; Ik zweeg, al had zij 't mis. Zij is en blijft mijn zuster toch, Schoon ze een bedilster is. Vorige Volgende