| |
| |
| |
‘Wij denken niet aan een grote raad voor rellen, mar aan een klein groepje creatieve mensen. Zo'n club, hat hoeven geen bestuurders of politiemensen te zijn, kan praktische adviezen geven hoe je rellen kunt voorkomen.’
ir. Theo Quené, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
(Het Parool, 13 december 1980)
| |
| |
| |
Tien stellingen over de media
1. | Indien we in de weken, voorafgaande aan een voetbalwedstrijd, deze even vaak zouden aankondigen in NOS-journalen en nieuwsrubrieken als de actie ‘Geen woning geen kroning’ werd aangekondigd in de maand april 1980, dan zou het voetbalstadion - ondanks de gebruikelijke bezoekmalaise - vol zitten.
Herhaling van actieberichten impliceert werving van deelnemers. |
| |
2. | Indien de toon van iemand die wordt geïnterviewd over een voetbalwedstrijd, even grimmig en dreigend zou zijn als de toon van de actievoerders van ‘Geen woning geen kroning’, dan zou daardoor een selectie van bezoekers plaatsvinden: de rustige toeschouwers blijven weg, de sensatie- en relzoekers worden aangetrokken.
De toon van de actieberichten selecteert de deelnemers naar hun motieven. |
| |
3. | Indien in het voetbalstadion de rellen en de gewelddadige gedragingen nauwkeurig worden weergegeven door de media, zoals dit tijdens de rellen op 30 april in Amsterdam gebeurde, dan stimuleert dit tot dezelfde soort rellen en gewelddadigheden elders. Het tonen van één jeugdige met een fietsketting op de buis betekent honderd jeugdigen met een fietsketting in latere situaties.
Verbeelding van gedrag in de media wèrkt, en leidt tot imitatiegedrag. |
| |
| |
4. | De meeste media geven onevenredig veel aandacht aan misdaad, seks en rellen. De pers suggereert graag een absoluut conflict en een absolute sensatie, ook als er sprake is van een zakelijk conflict of van een discussie, een misverstand of een meningsverschil. |
| |
5. | Er bestaat een symbiose tussen media en actievoerders. Actievoerders gebruiken de media. Media gebruiken de actievoerders. Nieuws is actie en actie is nieuws. |
| |
6. | Jeugd is gemakkelijker mobiliseerbaar door de media dan anderen. Werklozen zijn makkelijker mobiliseerbaar door media dan werkenden. |
| |
7. | Media zijn de vijfde macht in de maatschappij. |
| |
8. | De invloed van de media op de gedragingen van mensen mag niet leiden tot enige censuur, wel tot redactioneel beleid. Een beetje censuur is hetzelfde als een beetje zwanger (Vinkenoog). |
| |
9. | Linkse berichtgeving en rechtse berichtgeving zijn niet in het voordeel van mensen die geïnformeerd willen worden. Linkse weglatingen en rechtse weglatingen zijn soms dezelfde weglatingen.
Subjectieve berichtgeving is beter dan linkse of rechtse berichtgeving.
Objectieve berichtgeving bestaat niet. |
| |
10. | Media, met name televisie, volgen de gebeurtenissen op straat minder nauwlettend wanneer het donker geworden is, of tijdens de nacht die volgt op een lange dag zoals 30 april 1980. |
|
|