Loontje komt om zijn boontje, of Het droevige slot der guiterijen van Hans-kijk-in-de-wereld
(ca. 1848)–J.W.A. Hilverdink– Auteursrechtvrij
[pagina t.o. 17]
| |
[pagina 17]
| |
De Pachter liet des morgens vroeg
Den Schout van 't dorp ontbieden,
Om Hans te brengen voor 't Geregt.
‘'t Zal dadelijk geschieden,’
Sprak Regtman, en zond dienaars om
Den deugniet te arresteren,
En liet hem naar 't gevangenhuis
Gebonden transporteren.
En reeds na weinig tijd werd hem
Zijn vonnis voorgelezen,
En werd hij voor zijn leven lang
Tot tuchthuisstraf verwezen.
Toen kreeg hij, maar te laat, berouw
Dat hij zij huis verlaten, -
Zijne ouders had in leed gebragt;
Maar 't kon thans weinig baten.
| |
[pagina 18]
| |
Had hij weleer berouw getoond,
Had hij weleer begrepen
Dat slechtheid, ongehoorzaamheid,
Steeds onheil naar zich slepen,
Dan had hij thans zich-zelf geen smart,
Geen knagend leed te wijten;
Dan zou hij thans zijn leven niet
In 't tuchthuis moeten slijten.
Maar ach, zoo gaat het, als men naar
Zijne ouders niet wil hooren;
Zoo gaat het, als men zich niet aan
Hun' wijzen raad wil storen.
|
|