Het avontuurlijke leven van Peter Vucht(ca. 1860-1870)–J.W.A. Hilverdink– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] IX. Allerlei ongelukken, die hij bewerkt. Maar, Kindren! elke guiterij, Die Peter Vucht bedreef, Te melden, zou vervelend zijn, Indien ik ze u beschreef. Ziet hier op 't plaatje, hoe hij steeds Op streken was bedacht, Die 'k nimmer van een deugdzaam kind Of jongeling verwacht. Een heer, die deftig afscheid nam, Viel over de emmers heen, Door Peter daartoe neêrgezet, En brak zijn regterbeen. Een' man, die hem op straat verzocht: ‘Och, vrindje! wees zoo goed, En help dat vat mij op die kar!’ Stiet hij het hoofd aan bloed. [pagina t.o. 17] [p. t.o. 17] [pagina 18] [p. 18] Een' heer, die voor het venster zat Te rooken met veel smaak, Fopt hij weêr op eene andre wijs: Hij maakt een' kleinen haak Zeer stevig vast aan eenig touw, En trekt, terwijl hij lacht, Den kop op straat, terwijl de heer Aan heel iets anders dacht. En als hij op een' andren tijd Een dame needrig groet, Dringt hij een jufvrouw achteruit, Die daardoor vallen moet. Zoo dacht hij daaglijks streken uit, Maar eindlijk kwam de straf, Die hem het loon voor al zijn kwaad In ruime mate gaf. Vorige Volgende