Het avontuurlijke leven van Peter Vucht(ca. 1860-1870)–J.W.A. Hilverdink– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] II. Hij wordt knecht in een logement, en verbrandt de pruik van een' ouden heer. Na jaar en dag werd hij weêr vrij; Maar straf noch onderrigt, Niets van dat alles had gebaat: Hem scheen het kwaadoen pligt. Hij werd door een' menschlievend' heer, Met hoop op beterschap, Als knecht geplaatst in 't Logement. - In 't eerst hield hij zich knap, Beloofde veel, en deed, zoo 't scheen, Zijn woord geen oneer aan; Tot dat men ras weêr ondervond, Wat weg hij in woû slaan. [pagina 4] [p. 4] Eens kwam in 't Logement een heer, Die, nog naar oude wijs, Een pruik droeg op het achtbaar hoofd, Van ouderdom - reeds grijs, Hij kwam wat laat. De tafel was Bijna geheel bezet, En daar hij heen en weder gaat En op een plaatsje let, Hoort hij met schrik: ‘Mijnheer! mijnheer! Uw pruik staat in den brand!’ En daadlijk voelt hij ook de pijn, En werpt, met vlugge hand, De pruik van 't hoofd af op de grond; Maar Peter, die schavuit, Die zelf den brand veroorzaakt had, Lacht hem nog hartlijk uit. Doch de oude man, op 't zeerst verstoord, Gaf hem een duchtig pak; Zijn meester gaf nog wat daarbij, En Peter kreeg den zak. [pagina t.o. 4] [p. t.o. 4] Vorige Volgende