Woordenboekje om het Engelsch te leeren spreken([1865])–A.J. Hillebrands– AuteursrechtvrijHoofdzakelijk voor de goede uitspraak Vorige Volgende U. Uil.Owl.Oul. Uitgaan.To go out.Toe goo out. Uitglijden.Slipping out. Slip-ping out. Uitdrukken.To express.Toe ex-pres. Uitkleeding.Undressing.On-dres-sing. Uitkleeden.To undress.Toe on-dres. Uitroep.Cry.Krij. Uitrusten.To equipe.Toe ie-koewip. Uitsnijden.To cut out.Toe kot out. Uur.Hour.Our. Uurglas.Hour-glass.Our-glas. Uurwijzer.Hour-hand.Our-hand. Utica. Eene stad in N. Amerika.Utica.Joe-tie-ka. Vorige Volgende