Moeder de Gans. Baker- en kinderrijmpjes(1915)–Marie Hildebrandt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] [Oude vrouw Hubbard] OUDE vrouw Hubbard Keek in de kast, Om te zien of voor 't hondje Een kluif over was. In de kast stond een schotel, Maar helaas, die was leeg, Zoodat het arme dier Niets te eten meer kreeg. Zij ging naar den bakker, En kocht hem wat brood, Maar toen ze terugkwam, Vond ze hem dood. [pagina 119] [p. 119] Zij ging naar den timmerman Om een kist te koopen, Maar toen ze hem begraven wou, Begon hij te loopen. Toen zocht zij den slager En vroeg om een been, Maar toen ze weer terugkwam, Knikte hij van neen. Toen riep ze den vischboer En kocht hem garnalen, Maar toen ze terugkwam, Zat hij koffie te malen. Toen liep ze weer weg En kocht hem een worst, Maar thuiskomend vond ze hem Stervend van dorst. Toen kocht ze hem bier In de herberg aan 't veer, Maar toen ze weer thuiskwam, Schilde hij een peer. Ze ging naar den winkel En kocht daar een bad, Maar toen ze weer terugkwam, Voerde hij de kat. [pagina 120] [p. 120] Ze liep naar den kapper En kocht hem een pruik, Maar toen ze weer terugkwam, Dronk hij bier uit een kruik. Ze ging naar den groenboer En kocht hem wat fruit, Maar toen ze weer terugkwam, Bespeelde hij de fluit. Ze ging naar den kleermaker En kocht hem een broek, Maar toen ze terugkwam, Was hij weer zoek. Ze ging naar den schoenmaker En kocht een paar schoenen, Maar toen ze terugkwam, Zat hij te boenen. Weer ging ze naar stad En kocht een paar sokken, Maar toen ze terugkwam, Stond hij te jokken. Toen naar den poelier, Daar kocht ze een haan, Maar toen ze weer terugkwam, Stond hij klaar om te gaan. [pagina 121] [p. 121] Moeder Hubbard boog diep, De hond zei, waf, waf! Het verhaal is hier uit En de twee trekken af. Vorige Volgende