Moeder de Gans. Baker- en kinderrijmpjes(1915)–Marie Hildebrandt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] [Er waren zeven zusterkes,] ER waren zeven zusterkes, Die bakten saâm een taart, Ze bakten zeven dagen lang, Met reuzensnelle vaart. Er ging tien pond rozijnen in En twintig pond sukade; En hoeveel krenten? 'k Tel ze niet, Dat geef ik je te raden. En toen de taart gebakken was, Toen aten zij zich zat; Loop hard, dan is ze nog niet op En krijg je ook nog wat! Vorige Volgende