Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)
(1859)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 14]
| |
Het roosje klaagt in 't bloemenbed:
‘Hoe kan het leven mij bekoren,
Wat baat mijn geur mijn liefdegloren,
Mijn schoonheid boven alle bloemen,
Zoolang ik niet in zoete chooren
Als 't nachtegaalken elk kan roemen?’
Mirza Schaffy beslist den strijd,
Hij zong: ‘o staakt dit droevig klagen,
Gij, roosje, wil niets meerder vragen;
Laat, nachtegaalken, uw verlangen;
En, om de menschen te behagen,
Vergaârt u beiden in mijn zangen.’
|
|