Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 107] [p. 107] CXX. - Van onzen tweeden Koning. Gespelen, komt, het lied gehoord Van Leopold den tweede; Welaan, zingt mêe in vol accoord: Den Koning heil en vrede! Hij reisde moedig t' allenkant In zijne jonge jaren, Om voor het lieve vaderland Geleerdheid te vergâren. Om voor het lieve vaderland De welvaart te vermeêren, Door werk en handel in verband Naar eisch te doen waardeeren. Hij zeilde koen van zee tot zee Door storm en woeste baren, Om door de vriendschap rust en vreê Met vreemden te bewaren. De wet en vrijheid steunt zijn arm Gelijk zijn wijze vader. Wij minnen hem wel diep en warm, Hij mint ons na en nader. Hoe statig zit hij niet te paard; En toch mag elk hem naken; Nooit zal hij zwaaien 't heidenzwaard Dan om ons te bewaken. Vlucht voor der lente frissche jeugd De droeve winter henen, Waar hij verschijnt is voor de vreugd Ook gauw 't verdriet verdwenen. [pagina 108] [p. 108] Hoe statig zit hij niet te paard, Vol kracht en zelfvertrouwen, O God, die volk en vorst bewaart, Laat hem ons lang behoûen! Bescherm den troon, bescherm 't gezin Van Leopold den tweede! Des zingen wij, vol kindermin: Den Koning heil en vrede! Vorige Volgende