Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CIX. - De honigbie. 't Is de eerste schoone dag van Maart, De bloemen geuren goed, De insekten kruipen door 't geblaart, En ronken zacht en zoet. Maar wat ik met aandoening zie, Daar, waar de krokus bloeit, Zwerft eene kleine honingbie, Ze bromt, ze danst en stoeit. Ze worstelt met de gouden bloem, Daar zoekt ze haren buit! Ze duikelt in de gouden bloem En haalt er honing uit. [pagina 98] [p. 98] O gouden bloem, o honingbie, Gij treft wel mijn gemoed, 'k Vergeet het nimmer, wat ik zie; Uw lastig werk is zoet. O honingbie! o gouden bloem, Van 's morgens vroeg aan gang! Uw werken geef ik eer en roem In mijnen kleinen zang. Vorige Volgende