Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CVII. - Regenlied. Drop, drop, drop, Droppel op mijn kop. Ik ben klein en moet nog groeien, Boven 't boomken wil ik bloeien, Boven zijnen kop; Drop, drop, drop, drop. Klits, klets, klats! Bobbel in den plas. In den plas, daar zal ik zwemmen, Als een vischken niet te temmen, Helder in den plas. Klitsklets, klitsklets, klats. Risch, rusch, rosch, Ruisel in het bosch! In het boschje groeien blaren Om de vogels te bewaren. Regen in het bosch! Rischrusch, rischrusch, rosch! Halt, halt, halt! Regen niet meer valt. Laat de zonne lustig schijnen, Zwarte wolk, ge moogt verdwijnen. Regen niet meer valt. Halt, halt, halt, halt, halt! Vorige Volgende