Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CVI. - Poes. Poes, gij hebt het spek gestolen, En dat is niet lief. Houd u maar geveinsd, verscholen, Gij zijt toch een dief. Moeder had het opgehangen In den hoek der schouw. Poesje, moeder zal u vangen... Voelt ge geen berouw? Op den zolder zal ze u dragen En daar sluit ze u op. Hoor, daar krijgt ge duchtig slagen. Ja, van klopterop! [pagina 96] [p. 96] Poesje, waart ge vlug gaan jagen Daar, waar 't muisje liep. 't Hoort u thans miauend klagen En het piept, sliep! sliep! Vorige Volgende