Liederen voor groote en kleine kinderen
(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 90]
| |
Wel, grijze Goede Dokus, wel,
Hoe bleeft ge toch zoo kloek en fel?
Ik heb met vlijt gewerkt,
Dat heeft mijn hert en hoofd versterkt.
Goed, grijze Goede Dokus, goed,
Waar haalt ge nog dien reinen moed?
Ik heb nooit God gevreesd,
Maar 't kwade en booze menschen meest.
Maar, grijze Goede Dokus, maar
Hadt ge in uw leven nooit bezwaar?
Nooit werden nijd of smert
De meesters van mijn minnend hert.
Zeg, grijze Goede Dokus, zeg,
Wie gaf u dan dit overleg?
Ik dacht: in elke daad
Steekt, als men wil, het goede of 't kwaad.
Het goede, als men naar 't goede tracht;
Het kwade, als men naar 't kwade smacht.
Dank, goede Dokus, dank,
Wij danken u ons leven lang.
|
|