Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] LXXII. - En toen. En toen de moeder tot hem sprak: ‘O stoute jongen, voort!’ Dan keek hij schaamrood voor zich heen, En zei geen enkel woord. En toen ze minzaam op hem riep: ‘Kom hier, o goede zoon!’ Dan keek hij lachend naar omhoog En vroeg een kus ten loon. En toen zij niemendalle zei, Dan sloeg zijn herte snel. Dan keek hij half beschroomd op zij En zuchtte: ‘ze is niet wel!’ Vorige Volgende