Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XLII. - Moederles. de moeder. Niet aan de barre Stuivende wegels Groeien de geurige Sappige bessen. Zingt mij een liedje, Plukt mij een besje, Geeft mij een kusje, Kinderen zoet! kinderrei. Zing ons een liedje, Pluk ons een besje, Geef ons een kusje, Moederken lief. de moeder. Maar in het boschjen Onder de struiken Rijpen de bessen bij Vogelgeschetter; Zachtjes bescherremd Tegen de stormen, Halen ze 't voedsel Op, uit den grond. kinderrei. Zing ons een liedje, Pluk ons een besje, Geef ons een kusje, Moederken lief. de moeder. Ja, op de barre Stuivende wegels Leeren de kinderen Vadzig te slentren. Maar bij de moeder, Onder de zorgen Wakender liefde, Groeien zij op. kinderrei. Zing ons een liedje, Pluk ons een besje, Geef ons een kusje, Moederken lief. Vorige Volgende