Liederen voor groote en kleine kinderen(1879)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] XXVIII. - De vlieger. Heiza! op 't stoppelveld Toegesneld. Laat gauw, den vlieger op, Hooger, hooger stijgen op! Dat hem de leeuwerk, Jan, Heiza, niet genaken kan. Waai-woe! wild waait de wind. Loop gezwind. Geef kloen, nu rap en snel, Rapper, rapper, kluwen snel! Dat 's vliegers lange staart Zwiere langs het wolkgevaart. O wee! de vlieger valt, Jantje, halt... Haal in... daar klimt hij weer! Tuimelt, duikelt sneller neêr, Ach, plonst ginds, in de gracht... Tirli! en de leeuwerk lacht. Vorige Volgende