Gedichten 1861-62
(1863)–Emanuel Hiel– Auteursrechtvrij
[pagina 68]
| |
[pagina 69]
| |
Zit niet als een arme vogel,
die steeds op zijn nestjen broeit;
echter zit ook niet als vliegen
overal waar honig vloeit.
Wee den lande waar men luistert
naar der raven sombre wijs!
want die stelen zelfs al kraaijend
de arme duivels hunne spijs.
|
|