Oezinto verkoopen en met de koeien, die hij voor haar kreeg, weêr een nieuw leven beginnen! Oezinto was niet minder gelukkig, dat ze haar moeder weêr bij zich had. Deze streelde en liefkoosde haar kind, en uitte haar blijdschap, dat het meisje zoo mooi en zoo krachtig was geworden.
Maar toen Oezinto naar haar zuster Tpai vroeg, betrok haar gezicht.
‘Die is op den bodem van de rivier, bij de watergeesten!’ antwoordde ze treurig.
‘Hoe is dat gekomen?’ riep Oezinto, met tranen in de oogen.
‘Ik zal 't je vertellen, “dade”, (dochter) antwoordde de vrouw met zachte stem: “welnu dan, korten tijd na je vlucht baadde ze met andere vrouwen in de rivier. De anderen zeiden: Pas op, Tpai, ga niet baden aan dien kant, daar is een diep gat, en op den bodem van dat gat wonen de watergeesten!”
Maar Tpai baadde toch op die plaats.
Toen zagen de vrouwen, hoe ze zich plotseling oprichtte en uitriep: “De watergeest roept mij!”
En toen liep ze snel verder, tot ze bij het diepe gat kwam, en ze wilde niet, dat een van de vrouwen haar zou aanraken. Toen hoorden ze haar nog roepen: Groet mijn vader en mijn moeder, en zeg hen dat de watergeesten mij hebben geroepen, en dat ze mij nu meênemen naar beneden!’
Toen was ze verdwenen.
De andere vrouwen liepen vlug naar huis, en vertelden aan Loembo, wat er gebeurd was. Ze eischten van hem, dat hij al zijn vee naar den waterkant zou drijven, en het aan de watergeesten offeren om Tpai te verlossen, maar de gieri-