's Morgens en 's avonds.
Wie buiten woont is meestal veel meer aan vroeg opstaan gewend, dan hij, die zich in een groote stad bevindt. Buiten kent men al de kracht van het fraaie spreekwoord: ‘De morgenstond heeft goud in den mond.’ Men gaat dáár echter ook veel vroeger naar bed dan in de stad, en wanneer een boer in het midden van den zomer reeds om drie of vier uur opstaat, begeeft hij zich ook doorgaans om acht of negen uur ter ruste. In de stad daarentegen is menigeen 's nachts om twaalf of één uur nog bij de hand. Niettemin is het vroeg opstaan toch in elk geval eene zeer prijzenswaardige zaak en ware het wel te wenschen, dat de stedelingen in dat opzicht de landbewoners meer navolgden. Zij, die des zomers lang in hun bed blijven, verliezen eigenlijk het aangenaamste gedeelte van den dag. Nooit is de lucht zoo frisch en prettig, nooit zien velden en bosschen er zoo vroolijk uit, dan juist 's morgens in de vroegte. Als de dag in de stad pas begint, dan heeft de landman al een halven dag achter den rug. Zooals gij op de bovenste praat ziet, moeten de knechts en meiden van den boer allen zich vroegtijdig aan den arbeid begeven. Er is dan ook op zulk een boerderij heel wat te doen. Het land moet bewerkt, de koeien gemolken, de kippen en eenden gevoederd worden. Men spant den wagen in om naar de markt te rijden, en der boer, die zelf de spade in de hand neemt en ijverig medearbeidt, moet honderden bevelen geven. Ja, de ochtendstond is voor den veldarbeid heerlijk; en als het middag is, en de zon brandend heet aan den helderen hemel staat, dan kost het werk menigen zweetdroppel. - Maar terwijl de morgenstond bovenal geschikt is, om tot werkzaamheid aan te sporen - de avondstond verschaft daarentegen rust en koelte aan ieder, die een warmen vermoeienden dag heeft doorgebracht. Men kan het Baas Gerrits, op de onderste plaat, immers wel aanzien hoe prettig hij den avond vindt, nu hij daar met zijne lieve
vronw en kinderen zoo gezellig mag uitrusten. Zijn pijpje smaakt hem nu recht lekker, terwijl hij over het werk van den afgeloopen dag praat en weer plannen maakt voor den volgenden. Allen gevoelen het, dat de rust dubbel zoet is wanneer men zijn plicht heeft volvoerd. Maar zie eens, het is of de kleine Dirk met de hand voor zijne oogen staat te huilen. Hij is dan ook erg stout geweest, en Moeder heeft gezegd dat zij het aan vader vertellen zou, als hij 's avonds thuis kwam. Arme Dirk, voor jou is de avond in het geheel niet koel of pleizierig, maar dat komt ook alleen omdat ge uw plicht niet hebt gedaan!