Mijne broertjes en zusjes.
Ik wil u, waarde lezers, eens iets van mijne broertjes en zusjes vertellen, en om u alles recht duidelijk te maken heb ik hunne portretten hierbij gevoégd. Ik herinner mij nog zóó duidelijk den tienden verjaardag van mijn zuster Sophie, dat ik juist de aardigste bijzonderheden van dien dag op de nevenstaande plaat heb laten afbeelden. Ja, dat was een prettige dag! Het meeste pleizier deed ons allen die groote taart, met een mooie kroon er op, die 's ochtends door een banketbakkersjongen werd gebracht. De straatjongens riepen ‘Hoe prettig, om zoo'n taart te krijgen! Wat zal die lekker wezen!’ Ik heb met opzet de taart in het midden gezet en de straatjongens ook niet vergeten.
De dag begon terstond met allerlei drukte. Frits, de jongste van ons allen, moest aangekleed worden en zat in de tobbe. De kindermeid was even weggegaan en in dien tijd goot Frans, mijn oudste broer, een groote kan met koud water over hem uit. Daar het in den zomer was liep de zaak nogal goed af, en toen Frans beknord werd riep de kleine Frits: ‘Neen, maatje, Fans zoet! Water, koud, neen!’ Het aankleeden duurde nogal lang, want wij moesten heel netjes zijn. Ons zusje Betsy, het kleine huismoedertje, die het meest pleizier had in haar keuken en poppen, hielp Frans om zijn haar op te maken, zooals ge hier ook ziet. Sophie, die jarig was, had veel werk van haar toilet gemaakt. Zij hield veel van mooie kleeren en wilde graag een dame wezen, maar soms was zij in het geheel niet damesachtig. Zoo likte zij eens de halve stroopkan leeg, terwijl de poes er verwonderd naar stond te kijken, en zeker dacht: ‘Als ik snoep, krijg ik klappen, maar zoo'n jonge jufvrouw snoept toch ook!’ Zij kreeg toen ook niet weinig knorren en huilde geducht, zooals hieronder te zien is.
Onder degenen, die Sophie kwamen feliciteeren, was ook de tuinmansjongen; hij droeg een groote oude parapluie, die wij hem uit aardigheid gegeven hadden, omdat hij eens over den regen had geklaagd.
Sophie kreeg een mooie parasol tot verjaargeschenk van papa en mama, en wij gaven haar ook ieder wat. 's Middags zaten wij te eten en te drinken in onzen koepel, terwijl de kleine Frits in een wagentje bij ons was en Betsy haar wit konijntje, ter eere van het verjaarfeest, eens bijzonder tracteerde.
Maar het mooist was onze optocht door den tuin, met Sophie in ons midden die haar parasol opzette, ofschoon de zon aan den anderen kant van het huis stond en haar dus niet hinderen kon. Onze haan ging heel deftig vooruit en was blijkbaar doordrongen van het gewicht van den dag.