Pest-spieghel(1602)–Zacharias Heyns– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Slotreden. Goet onderwijs. Hier hebt ghy nu gesien, gehoort en oock verstaen Het geene speelsghewijs van ons nu is ghedaen Wat dunckt u salmen sulcx toe laten oft verbieden. Menich slechtaert. Als ick recht spreken sal sulc spelen sticht de lieden 'tVerquict gemoet en sin met vreucht het onderwijst Dies is alsulc gedacht wel waerdich datment prijst Doch wort de medicijn soot scijnt hier gans versmeten Ja gans bespot soo dat hy niet en schijnt te weten Datmen in de sieckt' het meest'ren sparen mach Goet onderwijs. Soo vele dit aengaet ick make cleyn ghewach Van Meesters om Gods cracht te meerder te verheffen En den verdoolden soo te herder aen te treffen Die op den Medicijn al sijne hope stelt En sich met Godes doen met allen niet en quel Doch is de Medicijn daerom niet min te achten De Crancke nevens God moet na een Meester trachten Ervaren in de const: want Godt de cruyden gondt, Op dat de crancke mens daer door weer wert gesont Hy wilt dat wy in als gheen mid'len en versuymen En op des Meesters raet te geender tijt en sluymen, So hy bethoont als hy den genen die blint was Int vleck Bethsaida, met middelen genas Dies bruyckt den Medicijn en midlen om genesen Maer God moet boven al altijt gepresen wesen: Want een goet Medicijn is Godes Instrument [Folio Cviv] [fol. Cviv] Menich slechtaert. Nu wordt hier, soo my dunckt, u reden goet gekent De meestendeel soot schijnt hier inne hun verheughen. Goet onderwijs. Wt levendigher jonst neemt danck'lijck 'tcleyn vermeughen. Recht moet Recht zijn. Vorige Volgende