Const-thoonende juweel(1607)–Zacharias Heyns– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Rhetorica tot de Lelie van Noortwijck.Eyschende des Intredes verclaringhe. AL mach Isidis beelt dragende eesel sijn ooren opsteecken met de vliech op den disselboom sich pluijmstrijckich smeecken, Al mach Momus schijndeuchdich met suer stemmich gelaet dees mijn nutte Contsrijcke feest lasterlijck verspreecken, off Affjonstich sijn hert eeten door boosen haet, Ia al mach ons Discordia aendoen seer groot quaet, so hout doch dees vrees' 'thert so treurich niet bevangen, Off 'tgeen ghy Lelitgen onder den doorn, VV liefde bestaet, trect my tot meerder vreucht, dies bluscht doch mijn hert verlangen voleynt dijn werc, en weest seer vrintlijck van my ontfangen. Vorige Volgende