Niet alle krabben hebben een dichte of lange beharing aan de poten. Zoals we dit kennen van de krabben die we op de markt te Paramaribo zien. De krabben uit de binnenlanden zijn kaal, zonder beharing aan de poten. Misschien is dat zo, omdat de rivieren en kreken van de Surinaamse binnenlanden geen zachte modderige bodem hebben, maar een harde bodem met scherpzand.
Hierdoor kunnen de krabben met hun dunne scherpe nagels niet wegzakken. Terwijl de haren meer op modderige bodem het wegzakken tegenhouden.
Ongeveer 17 soorten krabben zijn reeds bekend in Suriname.
Hier volgt dan een opsomming van de soorten in het kort.
De krabben behoren tot de familie Ocypodidae met de soort die wenk-krab (Uca mordax Smith) genoemd wordt. Hij heeft aan de ene kant een zeer grote schaar, die wenkend op en neer bewogen wordt bij het lopen. Men vindt ze in het laagland (kust) op modder langs de rivieren en kreken.
De ‘Uca maracoani. Latr.’ komt voor op de oever van de Suriname-rivier, terwijl de ‘Ocypode albicans. Bosc.’ voorkomt op het strand.
De familie Portunidae met de soorten ‘Gallinectes bocourti. A. en Edw.’ vinden we op modder in het laagland. En ‘Portunus sayi. Gibbes’ vinden we ook eveneens op de modder in het laagland van Suriname.
Familie Grapsidae met haar soorten ‘Sesarma rectum. Kanda’, Sesarma benedicti. Rath.’ en ‘Goniopsis cruentata. Latr.’ zijn allen ook bewoners van de modder in het laagland.
Ook vinden we in de modderstreken van het laagland de familie Xanthidae met de soort ‘Ucides cordatus. L.’