Brokstukken uit de Surinaamse dierenwereld

De palm-snuitkever

Deze fluweelzwarte met afgestompte dekvleugels voorziene palmsnuitkever (Rhynchophorus palmarum). Vliegt voornamelijk in de vooravond en snachts. Ongeacht welke palmsoort het mocht zijn, of het een wilde of een gecultiveerde soort is. Zodra men de palm omhakt, dan ziet men reeds in de late namiddag en het meest in de vooravond een aantal palm-snuitkevers op de afgekapte stomp zitten. Ijverig steken de wijfjes hun legboren in het zachte palm-hout om hun eitjes te leggen.

De wijfjes kenmerken zich door een gladde onbehaarde snuit. Terwijl de mannetjes op de bovenkant van de snuit een fluweelachtig behaarde borstel hebben.

De gladde snuit van de wijfjes wordt gebruikt bij het eieren-leg-

[p. 43]

gen. Ze boort daarmede eerst in het zachte palmhout en dan keert zij zich vervolgens om en legt in het gemaakte gangetje haar eitje. Wanneer het wijfje de fluweelachtige borstel op de snuit zou hebben, zoals bij het mannetje, dan zou dit hinderlijk zijn bij het boren met de snuit in het palmhout.