De roodbaard-snuitkever (Rhina barbirostris. L.)
Over de biologie van deze snuitkever is nog weinig gebubliceerd. Hij is niet gewoon in Suriname. De kever is dofzwart van kleur, alleen bij de mannetjes is de snuit roestbruin behaard. De lengte varieert van 20 tot 50 mm. De kevers zijn het hele jaar door te vinden, maar sporadisch. Ze vliegen het meest snachts, doch in schemerige dicht begroeide wouden ook wel overdag. Men vindt ze op vers gekapte bomen of op vers gekapt hout dat opgestapeld ligt, soms ook op omgekapte bomen die inmiidels verdroogd zijn en waarvan de schors los raakt.
In oktober 1969 en 1970 nam ik het eierleggen waar in een bos bij Lelydorp, 19 km ten zuiden van Paramaribo. Een jaar daarvoor was er een volgroeide awara-palm (Astrocaryum segregatum Drude) geveld. Tussen 8 en 9 uur smorgens zag ik drie roodbaard-snuitkever paartjes in paring. Na de paring legde het wijfje haar eieren in de licht vermolmde plekken van de stam van deze palm, die in een schemerige vochtige omgeving lag.
Ik zocht daarna geregeld pas gevelde Astrocaryum-palmen af, doch ik vond de kevers uitsluitend op stammen die licht begonnen te vermolmen.