Na tien uur smorgens tot drie uur middags, maar vooral omstreeks twee uur middags als de zon het felst schijnt, dan komen groepjes met tientallen van deze vlinders bijelkaar, op de bloot liggende zandbanken of zandige oevers van de rivieren om water uit het vochtige zand te drinken in het binnenland.
Ook op vochtige plekken om de hutten en huizen wordt de dorst gelest.
Wanneer deze vlinders dwarrelend doorelkaar vliegen, dan denkt men wel, dat alle deze insekten van een soort zijn. Enkele oranje-gele ziet men ook tussen de witachtig-lijkende soorten mede-vliegen en samen de vochtige plaatsen in de hete zon bezoeken.
Het gezelschap bestaat meestal uit vier soorten en wel de reeds hierboven genoemde Catopsilia statira, en Catopsilia trite, waarbij enkelingen medevliegen zoals de oranje-gele Catopsilia argante en de donkergele met oranje vlekken getekende Catopsilia philea, die oranje-gele onderkanten heeft.
Wanneer deze vlinders in grote trek door het kustgebied van Suriname vliegen, dan bestaat dit overwegend uit de Catopsilia statira en komt de C. trite praktisch niet voor. We zien in het binnenland behalve de C. statira steeds ook in grotere aantallen de C. trite mede-vliegen.
Terwijl de oranje-gele en donkergele soorten in alle gevallen als enkelingen medevliegen en nooit in grote aantallen en ook niet in zwermen.
Kleine drogetijd vlinder