Zinspeelende liefdensgezangen(1741)–Willem Hessen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Liefde staat ons by in nood. Als Hémel, Aarde en Océaan In wraak verbolgen zullen stry - - - en, En alles dreig - - t om neê - - - - - - - r te slaan, En hoo - - ge slooten gaan ra- mei - - - jen; En Wind en Stórmen o - veral Op 't schrik - - - - - - - kelyksten naarste huilen, En maakt het al tót Puin: waar zal ://: 't Angstvallig Men - - - - - - - - sdom dan - - - - ver - schui - len? ://: [pagina 45] [p. 45] Liefde staat ons by in nood. 1. Als Hémel, Aard en Océaan In wraak verbólgen zullen stryên, En alles dreigt om neêr te slaan, En hooge Slóten gaan ramyen, En Wind en Stórmen overal Op 't schrikkelykst en naarsten huilen En maak het al tót Puin: waar zal 't Angstvallig Mensdom dan verschuilen? 2. Waar anders als daar Liefde woont? In Salems min- en lustwaranden, Zo ryk met vlammend Goud gekroond, Daarop steeds duizend Starren branden: En staat daar met een groot begeer Al juichende met zielsverlangen: Om het boetvaardig Mensdom weêr Door Liefde in haaren arm te ontvangen. 3. Hoe vrolyk juicht haar Troonpaleis! Als zy dat uurtje ziet geboren; Dan klinkt de vreugde reis op reis, En Heil en Troost komt elk te vooren; Daar 't driemaal zaalig Geestendom, Met Cherubyns en Koorjuweelen, Op 't allerzoetst die vreugd alom, Op Lugtbazuinen moedig speelen. Vorige Volgende