Zinspeelende liefdensgezangen(1741)–Willem Hessen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Liefde doet alles zwigten. Vaar wel - vaar wel vaar wel - vaar wel - bedroefde Wae - - - reld! Hoe ry - - - k gy zyt met glans be- paa - - - reld. Uw vals bedrieglyk schyn heeft my Te- lan - - g, voor uwe heerschappy, Doen bui - - - gen Nu buigen wy in ootmoed né - - - - - der, Gely - - k een hoo - - - - g opgaande Céder, Voor 't rui - - - - - - - sen van een' snel - - len wind; Voor Lie - - fde dat ik als haar vrind ://: ge - tui - - - gen. ://: [pagina 43] [p. 43] Liefde doet alles zwigten. 1. Vaar wel! vaar wel bedroefde Waereld! Hoe ryk gy zyt met glans bepaareld. Uw vals bedrieglyk schyn heeft my Te lang, voor uwe heerschappy, Doen buigen. Nu buigen wy in ootmoed néder, Gelyk een hoog opgaande Céder, Voor 't ruisen van een snellen wind; Voor Liefde dat ik als haar vrind Getuigen. 2. Daar ondervind ik 't elke stonden De vrugt van haare Trouwverbonden; Zy is waarachtig in al 't geen Zy uit door haar Orakelreên, Met vreugden. Met vreugden gaat zy my besproeijen: En doet me als Sarons Roozen groeije, Of Wil'gen by een zilv're bron, Gekoesterd door de middagzon, In Deugden. 3. Ik smaak alhier reeds Hemelgaven: Want Liefde kan myn hert hier laaven Met Jezus zaaligmakend nat, Dat uit zyn heilig Ligchaam spat, Met lusten. Met lusten kan ik opwaarts streeven Daar gy o Liefde! my doet leeven; En zeg: vaar eeuwig wel, aan dat Niet aêrs als Ydelheid omvat, En rusten. Vorige Volgende