Zinspeelende liefdensgezangen(1741)–Willem Hessen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Liefde is 't allersterkst. Geen schooner Zui - l geen vaster Róts, Als Liefde die de Lie - fde Góds, Komt op een' pronkboog, tróts van Diaman - - - ten, Voor een démoedig hert te plan- ten: Om als het in des waerelds Océaa - - - n Ziet alles hard en wreed ter néder slaan; Het Schip van zyne Ziel mag stuuren ://: Na Sion's hoog verhé - - - - - - - ve - - muuren ://: [pagina 15] [p. 15] Liefde is 't allersterkst. 1. Geen schooner Zuil, geen vaster Róts, Als Liefde die de Liefde Góds Komt op een' pronkboog, tróts van Diämanten, Voor een démoedig hert te planten: Om als het in des Waerelds Océaan Ziet alles hard en wreed ter néder slaan; Het Schip van zyne Ziel mag stuuren Na Sion's hoog verhéven' Muuren. 2. Daar vind het door een' zuiv're gloed, Verkwicking in zyn' tégenspoed, En laat door schyn nog schat zieh niet beroeren: Maar daar 't Geloof het op zal voeren Veel hooger als daar wel de goude Zon Den hoogste tóp beschynt van Libanon; Of zilv're Maan, en flonker Starren Die aan 't Lazunr op 't schoonste warren. 3. Nóg hooger ryst zyn groot geluk, Het acht op Aard geen ramp nóch druk; Maar komt zo schoon en lieflyk te verschynen Daar Liefde zingt met Cherubynen En óffer Engelen, zo voor als na, Het Eeuwig Lóf, als ook Halléluja. Daar zweeft zyn Ziel op blanke veêren En zingen lof tot Godes eeren. Vorige Volgende