Verklaaring Van de print verbeelding.
Dit Kunstryk Mintafreel, verbeeld de Liefde, daar
Zy op haar Bergthroon op het schoonste pronkt, by haar
De drie bevalligheên die als de Kinders speelen,
En haar minzieke Borst op 't allerzoetste streelen,
Terwyl een Hemels vier dat uit haare oogen straald,
't Heelal bezield en ook op alles Zeegepraald,
Gods Kruiskerk, in haar ligt aan 't Spaaren opgeheeven,
Komt voor Gods Tortelduif veel schooner glans te geeven,
Wiens heldre weêrligt rold en schiet haar straalen neêr,
Tot op 's Stads Kapitool, waarop de vryheids speer
Al juichende opwaards groeid, en komt 't Geloof te omarmen,
Om door haar Godlyk Vier Astrea te Verwarmen,
Zy als Beschermster van de Godsdienst, voerd haar Wet,
Ten nutten van de Kunst op haare Loftrompet,
En blaast op Libans Choor, haar kragt en grootvermoogen,
Waarop de Dichtkunst met een Starkleed overtoogen,
Haar fiere Luchtbazuyn ten Hemel heft en kweeld;
De Zang- en Speelkunst, met Muzyk en Bas verbeeld,
Verheffen met elkaar op godgeweiden Nooten,
Hoe 't al door Liefde is gevoed en overgooten,
Welsprekenheid, verheft op haare goude Lier,
De werking van de Min met aangenaamen zwier.
De Starrekunde en de Schilderkunst, vertoonen,
Hoe Liefde in 't eeuwig Ligt der Godheid komt te woonen,
Beeldhouwery, verbeeld aan Adams nageslagt,
Dat al het Sigtbaare is uit Liefde voortgebragt,
Schoon Laster, Nied, Bedrog en Haat, daar teegen streeven,
Nog blyft de Liefde in top van Zions Rots, verheeven.
| |